Jesi: Museo Federico II

Frederik II van Hohenstaufen.

Frederik II van Hohenstaufen (1194-1250) behoort tot de grootste vorsten die de Europese middeleeuwen hebben voorgebracht. Koning van Sicilië en keizer van het Heilige Roomse Rijk was hij, en daarnaast kruisvaarder en beschermheer van kunsten en wetenschappen, om nog maar een paar van zijn bezigheden te noemen. Zijn geboorteplaats Jesi in de Marche heeft een museum aan Frederik heeft gewijd. Het gaat om een multimediamuseum, met een audiotour, filmpjes, informatieborden, reconstructies en schaalmodellen, maar met weinig originele voorwerpen. Bij de ingang van het museum worden bezoekers verwelkomd door een beeld van de vorst, met een luipaard aan zijn voeten. Het betreft een modern standbeeld uit 1994, hier geplaatst exact 800 jaar na zijn geboorte.

Het begin

Op eerste kerstdag van het jaar 1194 werd Hendrik VI, keizer van het Heilige Roomse Rijk, in de kathedraal van Palermo gekroond tot koning van Sicilië. Hendrik dankte die titel aan zijn vrouw Constance, een postume dochter van koning Rogier II van Sicilië. Constance was niet bij de kroning aanwezig. Ze was zwanger en had er daarom voor gekozen haar echtgenoot in een langzaam tempo achterna te reizen. Toen ze in de buurt van het stadje Jesi was, voelde ze de weeën opkomen. Jesi leek een goede plek om een kind op de wereld te zetten. Het stadje was onderdeel van de gebieden van Markward von Annweiler (gestorven 1202), markgraaf van Ancona en een vazal van Hendrik. Het bijzondere aan de zwangerschap van Constance was dat ze al veertig jaar oud was. Ze was geboren in 1154 en in 1186 getrouwd met de veel jongere Hendrik. Het huwelijk had tot dan toe geen kinderen opgeleverd, en Constance vreesde dat als ze geen speciale maatregelen zou nemen, boze tongen zouden beweren dat het kind niet van haar was. Ze besloot daarom op het centrale plein van Jesi, voor de kathedraal, een tent op te zetten. De vrouwen van het stadje mochten de tent betreden om zo getuige te zijn van de geboorte van haar kind.

Constance reist door Italië.

Frederik II van Hohenstaufen zag op 26 december 1194 het levenslicht. Zijn volledige naam was Frederik Rogier, waarmee hij werd vernoemd naar zijn beide grootvaders, Frederik Barbarossa en Rogier II. Het is niet precies bekend wanneer en waar hij gedoopt werd. Het kan in de kathedraal van Jesi zijn geweest, maar een andere mogelijkheid is dat het in Assisi gebeurde, of zelfs in de kathedraal van Palermo, de plek waar Frederiks vader was gekroond. Zeker is dat het jongetje al kort na zijn geboorte naar Foligno werd overgebracht en werd toevertrouwd aan de zorg van de vrouw van Koenraad van Urslingen, hertog van Spoleto en graaf van Assisi. Ook Koenraad (gestorven 1202) was een trouwe vazal van Frederiks vader. Hij was die eerste jaren ook Frederiks leraar. Pas in 1197 vertrok de nog piepjonge Frederik naar Sicilië. Vader Hendrik was daar inmiddels overleden, slechts 31 jaar oud en diep gehaat bij de Sicilianen vanwege zijn despotische gedrag. Moeder Constance volgde haar man een jaar later naar het graf, waarmee de op een maand na vier jaar oude Frederik de nieuwe koning van het bruisende en multiculturele koninkrijk werd. Sicilië besloeg in die tijd niet slechts het gelijknamige eiland, maar tevens vrijwel geheel Zuid-Italië.

Replica van de tent waarin Frederik geboren werd.

Het vervolg

Pauselijk gewaad van Innocentius III.

Na de dood van zijn ouders ontfermde de kersverse Paus Innocentius III (1198-1216) zich over de weesjongen en werd diens voogd. Cencio Savelli – de latere Paus Honorius III (1216-1227) – werd als leraar van het kind aangesteld. De jonge Frederik was dus al koning van Sicilië, maar voorlopig was hij nog geen keizer van het Heilige Roomse Rijk. Die positie ging eerst naar Filips van Zwaben, de broer van Hendrik VI, en vervolgens naar Otto van Brunswijk. Frederik nam het echter met succes tegen de laatstgenoemde op. Nadat Otto – die de geschiedenis in is gegaan als Otto IV – bij Bouvines een zware nederlaag tegen de Fransen had geleden, werd Frederik in 1215 Rooms koning. Na zijn kroning in 1220 door zijn voormalige leraar Paus Honorius III gold hij ook als keizer.

Frederik was zonder enige twijfel een van de grootste vorsten van de dertiende eeuw en zijn bijnaam stupor mundi – Latijn voor “verwondering der wereld” – geeft daar blijk van. Hij was als groot intellectueel zeer geïnteresseerd in wetenschap en sprak meerdere talen vloeiend, waaronder ook het Arabisch. Dat hij deze taal beheerste, was niet zo vreemd. Het eiland Sicilië kende in die tijd nog altijd een substantiële Arabisch-islamitische minderheid, het resultaat van de verovering in 831 door de Aghlabiden. De Normandische verovering tussen 1061 en 1091 betekende zeker niet het einde van de islam op Sicilië en in de tijd van Frederik II, ruim een eeuw later, woonden er nog grote groepen moslims op het eiland. Frederik was uiteraard katholiek, maar toonde grote belangstelling voor de islam en grote bewondering voor het werk van islamitische geleerden. Ook voor het werk van Joodse geleerden had hij groot respect. In een tijd van religieus fanatisme, jodenhaat en kruistochten bezorgde dat hem een slechte reputatie, zeker bij de opvolgers van Paus Honorius III, te weten Gregorius IX (1227-1241) en Innocentius IV (1243-1254). Met deze heren lag Frederik voortdurend overhoop.

Keizerlijk gewaad van Frederik II.

Het voorgaande wil overigens niet zeggen dat de betrekkingen van Frederik met zijn islamitische onderdanen altijd vreedzaam waren. Integendeel, terwijl de keizer in zijn Duitse gebieden verbleef, brak in 1222 een opstand uit onder de Siciliaanse moslims die in het westen van het eiland woonden. Frederik kon niet anders dan militair tegen de rebellen optreden, en hij deed dat snel, gedecideerd en waar nodig genadeloos. Tegen 1225-1226 waren de ergste gevechten voorbij, al bleef de opstand nasmeulen tot 1246. Voor de overlevenden van de strijd en degenen die zich aan hem hadden overgegeven, had de keizer een bijzondere oplossing bedacht. Hij liet enkele duizenden hen deporteren naar Lucera in Apulië. ‘Deportatie’ klink heel akelig en dat was het natuurlijk ook. Aan de andere kant hadden de onder dwang verplaatste moslims in Lucera grote vrijheid. Tegen betaling van de jizya – de belasting voor niet-moslims, maar nu door moslims zelf betaald – konden ze hun geloof vrij uitoefenen en hun gemeenschap van ca. 20.000 mensen kende enkele decennia van grote bloei. Dat het aangenaam toeven was in Lucera blijkt wel uit het feit dat Frederik er zelf een kasteel liet bouwen, waar hij graag verbleef.

De al genoemde Paus Gregorius IX was geen fan van het experiment bij Lucera. Het Museo Federico II verhaalt hoe hij Dominicanen naar Lucera stuurde om de moslims tot het christendom te bekeren. Erg veel resultaat boekten die niet. Integendeel, de bisschop van Lucera zag zich genoodzaakt Arabisch te leren om met de islamitische gemeenschap van zijn stad te kunnen communiceren. Het experiment van Lucera kwam uiteindelijk in 1300 ten einde toen Karel II van Anjou, koning van Napels, de stad verwoestte en de inwoners doodde, tot slaaf maakte of onder dwang bekeerde. Ondertussen waren ook op Sicilië zelf de islam en het Arabisch nagenoeg verdwenen. Alleen in Palermo werd de taal nog in beperkte kringen gesproken, niet alleen door moslims, maar ook door Joden, die in het Judeo-Arabisch communiceerden (zie Palermo: La Zisa). De gebieden waar voorheen moslims woonden, werden nu beheerd door Teutoonse Ridders, leden van een Duitse ridderorde die al onder Hendrik VI aan invloed op Sicilië had gewonnen en er tot 1492 zou blijven (zie Palermo: Santissima Trinità del Cancelliere (La Magione)). Het ironische aan het hele verhaal is dat Frederik, die toch zo’n grote bewondering had voor de islam en het Arabisch, uiteindelijk aan de ondergang van beide heeft bijgedragen.

Het einde

Ridder, dertiende eeuw.

Frederik had al in 1217 aan Paus Honorius beloofd om op kruistocht te gaan. De heilige stad Jeruzalem was in 1099 door de kruisvaarders van de Eerste Kruistocht veroverd, maar sinds 1187 weer in islamitische handen. Frederik trof voorbereidingen om de stad te heroveren, maar talmde wel erg lang met de uitvoering (al kon hij natuurlijk de rebellie op Sicilië als rechtvaardigingsgrond aanvoeren). Toen hij in 1227 alsnog op kruistocht ging, was Honorius al overleden. Bovendien werd Frederik zelf ernstig ziek. Honorius’ opvolger Gregorius IX had daar – het zal de lezer niet verbazen – weinig begrip voor en ging over tot excommunicatie, een handeling die hij het volgende jaar zou herhalen toen Frederik richting Jeruzalem trok. Desalniettemin zette Frederik zijn kruistocht voort en hij wist als geëxcommuniceerde zondaar een vredesverdrag voor tien jaar met sultan Al-Kamil van Cairo te sluiten. Op grond van dit verdrag kwam Jeruzalem zonder dat er ook maar een druppel bloed gevloeid was weer in handen van de christenen, samen met de plaatsen Nazareth en Bethlehem. Frederik werd tot koning van Jeruzalem gekroond en de stad zou tot 1244 in christelijke handen blijven.

Hoewel hij als geëxcommuniceerde de heiligste stad van het christendom had betreden, maakte Paus Gregorius de excommunicatie van Frederik ongedaan, om hem in 1239 opnieuw met een banvloek te treffen. Gregorius overleed in 1241 en zijn opvolger Celestinus IV stierf al na 17 dagen op de Troon van Petrus. Aan Sinibaldo dei Fieschi – die in 1243 werd gekozen en de naam Innocentius IV aannam – had Frederik vervolgens de resterende zeven jaren van zijn leven een harde kluif. Vrijwel meteen werd hij opnieuw geëxcommuniceerd en op 13 december 1250, een kleine twee weken voor zijn 56e verjaardag, overleed de keizer aan dysenterie. Hij werd begraven in een porfieren sarcofaag in de kathedraal van Palermo die eigenlijk niet voor hem bedoeld was, maar voor zijn grootvader Rogier II. Rogier had altijd de vurige wens gehad zijn laatste rustplaats te vinden in de door hemzelf gebouwde kathedraal van Cefalù. Daar werden dan ook twee porfieren sarcofagen geplaatst: een als graftombe voor de koning en de ander als (leeg) eerbetoon aan de familie De Hauteville. Rogiers wens werd na zijn dood in 1154 helaas genegeerd, en hij werd begraven in de kathedraal van zijn hoofdstad Palermo. De twee sarcofagen bleven nog decennialang in Cefalù staan, waarna Frederik ze in 1215 naar Palermo liet overbrengen om ze voor hemzelf en voor zijn reeds overleden vader te gebruiken.

Castel del Monte (Puglia), gebouwd ca. 1240-1250,

Nalatenschap

Castello Maniace (Syracuse), gebouwd 1232-1239.

Frederik II was driemaal getrouwd. Zijn eerste echtgenote was Constance van Aragon. Zij was tussen 1179 en 1183 geboren en daarmee veel ouder dan haar man (ze had er dan ook al een huwelijk opzitten met de Hongaarse koning Imre). Constance stierf in 1222 in Catania en had Frederik een zoon geschonken, Hendrik (1211-1242), die tot Rooms koning werd verkozen, maar uiteindelijk in conflict raakte met zijn vader en zijn laatste jaren in gevangenschap sleet. Frederiks opvolger zou dan ook zijn zoon Koenraad zijn, geboren uit zijn tweede huwelijk met Yolande van Brienne (1212-1228). Uiteindelijk trouwde Frederik in 1235 nog een derde maal, nu met Isabella van Engeland (ca. 1214-1241), een zuster van de Engelse koning Hendrik III. Na de dood van Koenraad in 1254 lag de macht op Sicilië feitelijk in handen van Manfred, de favoriete buitenechtelijke zoon van Frederik. Vanaf 1258 noemde Manfred zich officieel koning van Sicilië, maar in 1266 moest hij het afleggen tegen de Fransman Karel van Anjou, waarmee de Angevijnse periode in de geschiedenis van Sicilië begint (zie Palermo: Santo Spirito en de Siciliaanse Vespers).

De nalatenschap van Frederik II van Hohenstaufen is zonder enige twijfel groot. Zo stichtte hij in 1224 in Napels een universiteit, die naar hem ‘Federico II’ wordt genoemd en vorig jaar haar achthonderdste verjaardag vierde (zie Napels: San Domenico Maggiore). Verder schreef de keizer in de jaren 1240 een boek over de valkenjacht, getiteld De arte venandi cum avibus (‘over de kunst van het jagen met vogels’). Het is meer dan terecht dat zijn geboorteplaats Jesi een interessant museum aan deze veelzijdige man heeft gewijd. Frederik zelf sprak liefdevol over Jesi als zijn ‘Bethlehem’, wat het enigszins treurig maakt dat hij er nooit meer terug is gekeerd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.