Ik had nooit gedacht dat ik nog eens smakelijk zou moeten lachen in een Jezuïetenkerk. Toch was dat het geval bij mijn bezoek aan de Sant’Ignazio di Loyola in juli 2018. Dat bezoek begon namelijk op hilarische wijze. Zoals de meeste andere kerken in Rome heeft de Sant’Ignazio tamelijk strenge kledingregels. Knieën en schouders dienen bedekt te zijn. De kerk is zo vriendelijk om grote omslagdoeken ter beschikking te stellen aan bezoekers die in korte broek of rok verschijnen. Een vrouw die de kerk binnenkwam, zag zowel de omslagdoeken als een non die met bedekt hoofd rondliep, en nam vervolgens aan dat zij zelf eveneens haar hoofd moest bedekken. Fanatiek begon ze het grote stuk stof rond haar hoofd te draperen, totdat de non – die daar als toezichthouder actief was – haar vriendelijk informeerde dat dat echt niet hoefde.
Geschiedenis
De kerk van Sant’Ignazio heeft nauwe banden met het Romeinse College (Collegio Romano) van de Jezuïeten. Dat College werd in 1551 gesticht en staat net ten zuiden van de Sant’Ignazio. De kerk verving een oudere kerk met de naam Santa Maria Annunziata, die was voltooid door Giovanni Tristano (gestorven in 1575), de huisarchitect van de Jezuïeten. Tristano werkte ook aan de Gesù, de moederkerk van de Jezuïeten. Aanleiding voor de bouw van de Sant’Ignazio was de heiligverklaring van de stichter van de Orde, Sint Ignatius van Loyola (1491-1556), in 1622. De paus die verantwoordelijk was voor het besluit tot heiligverklaring was Gregorius XV, een voormalige leerling aan het Romeinse College.
Gregorius en zijn neef, de cardinale nipote Ludovico Ludovisi (1595-1632), zamelden geld in om de bouw van een nieuwe kerk mogelijk te maken.[1] Deze zou gewijd moeten worden aan de stichter van de Orde. De bouw werd opgedragen aan een comité onder leiding van de Jezuïetenpriester en hoogleraar Orazio Grassi (1583-1654), een wetenschappelijke duizendpoot. Dit comité werd in 1626 opgericht en het werk aan de kerk ging het volgende jaar van start. Omstreeks 1650 stond er genoeg van de nieuwe kerk overeind om het gebouw voor religieuze activiteiten in gebruik te kunnen nemen. Daarna duurde het nog eens 35 jaar voordat de Sant’Ignazio voltooid was. Vervolgens moest de kerk natuurlijk nog gedecoreerd worden. Juist deze decoraties maken de Sant’Ignazio tot een van de interessantste Barokke kerken in Rome.
Andrea Pozzo
De Sant’Ignazio is zonder enige twijfel de kerk van Andrea Pozzo (1642-1709). Deze lekenbroeder bij de Jezuïeten, schilder en architect was niet alleen verantwoordelijk voor het decoreren van het gebouw, maar tevens de enige die echt zijn stempel op de kerk heeft gedrukt. Vanaf 1685 begon Pozzo met het schilderen van fresco’s voor de pendentieven van de nooit gerealiseerde koepel, voor het plafond van het schip, voor de apsis en voor de plafonds van de twee kapellen die aan de beide uiteinden van het dwarsschip gebouwd zouden worden.
Oorspronkelijk waren er wel plannen voor een koepel, maar die verdwenen uiteindelijk allemaal in de prullenbak. Waarschijnlijk was een gebrek aan geld de reden hiervoor (het verhaal dat een aantal monniken had geklaagd dat een koepel het licht in hun bibliotheek zou wegnemen, klinkt mij als een mythe in de oren). Pozzo had toen een geniale inval: hij besloot de binnenkant van een koepel op een plat stuk doek met een diameter van 17 meter te schilderen. Dit werd vervolgens opgehangen op de plek waar de koepel had moeten komen. Het trompe-l’oeil-effect is zeer indrukwekkend, maar om alle details te kunnen zien moet het licht wel goed zijn. Helaas is het doek dat we vandaag de dag zien niet origineel. Het origineel ging verloren tijdens een brand in de negentiende eeuw en werd vervangen door een getrouwe kopie. De pendentieven van de geplande koepel hebben nog wel hun originele fresco’s van de hand van Pozzo. Op twee ervan zijn vrouwen afgebeeld: Judit (met het hoofd van Holofernes) en Jaël, de vrouw die de Kanaänitische generaal Sisera doodde door een tentharing in zijn schedel te drijven. Deze gebeurtenis uit het Bijbelboek Rechteren is zeer gedetailleerd geschilderd. Op de andere twee pendentieven zien we Koning David en Samson.
Nog beter dan de trompe-l’oeil-koepel is Pozzo’s duizelingwekkende fresco op het plafond van het schip. Het stelt de Apotheose van Sint Ignatius voor. De heilige zelf zit op een wolk, dicht bij het midden van het fresco en in de buurt van het kruis. Uit zijn lichaam komt licht en dit wordt verspreid naar de vier continenten in de hoeken, Azië, Afrika, Amerika en Europa. Ieder continent wordt vertegenwoordigd door een vrouw die een dier berijdt, te weten een kameel, een krokodil, een jaguar (volgens sommige bronnen een beer) en een paard.
Alle continenten, op Amerika na, worden tevens vertegenwoordigd door een heilige uit de Orde van de Jezuïeten. Net onder Sint Ignatius zien we de heiligen voor Azië en Europa, namelijk Franciscus Xaverius (1506-1552), die op een eiland voor de kust van China stierf, en Aloysius Gonzaga (1568-1591), een jonge Jezuïet die aan het Romeinse College studeerde en op slechts 23-jarige leeftijd kwam te overlijden. De heilige voor Afrika is Sint Petrus Claver (1580-1654), de beschermheilige van slaven en van missionarissen in Afrikaanse gebieden. Aangezien hij een groot gedeelte van zijn leven in Zuid-Amerika werkte en in Cartagena in het huidige Colombia stierf, heeft hij tevens een band met het Amerikaanse continent.
Aan beide korte kanten van het fresco vinden we Latijnse teksten. Als we deze combineren, lezen we:
“Ignem veni mittere in terra(m), et quid volo nisi ut accendatur”
De tekst komt uit Lukas 12:49. De geciteerde woorden, uitgesproken door Christus, betekenen “Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou ik graag willen dat het al brandde!” (NBV). Deze tekst en het Latijnse woord ignes werden natuurlijk niet zonder reden gekozen: ze verwijzen naar Ignatius, de ‘vurige’.
Het gebruik van perspectief op het fresco is meesterlijk en men vergeet bijna dat men naar een gewelfd plafond kijkt: de welving is compleet onzichtbaar. Pozzo’s fresco komt qua kwaliteit zeker in de buurt van dat van Il Baciccia in de kerk van Il Gesù. Dit laatste fresco werd maar iets eerder geschilderd en Pozzo moet het hebben bestudeerd, wellicht met de gedachte dat hij het ooit zou kunnen overtreffen.
In 1697 kreeg Pozzo de opdracht om de altaren te verzorgen voor de kapellen aan beide uiteinden van het dwarsschip. De kapel rechts is gewijd aan de eerdergenoemde Sint Aloysius Gonzaga (1568-1591). Bij het verplegen van slachtoffers van een verschrikkelijke pestepidemie werd hij zelf ziek en kwam hij te overlijden. In 1605 werd hij zalig verklaard – waarmee hij mogelijk deze kapel verdiende – en in 1726 verklaarde Paus Benedictus XIII (1724-1730) hem heilig. Het beste onderdeel van de kapel is het reliëf dat in een fraaie aedicula is geïnstalleerd. Het is gemaakt door Pierre Legros de Jongere (1666-1713) en werd in 1698 voltooid. Het plafond werd van fresco’s voorzien door Pozzo.
De kapel aan de andere zijde is gewijd aan de Annunciatie en heeft een altaar gewijd aan Sint Jan Berchmans (1599-1621), een Vlaamse Jezuïet die pas 22 jaar was toen hij stierf. In 1888 werd hij tijdens het pontificaat van Paus Leo XIII (1878-1903) heilig verklaard.[2] De kapel vormt een goede match met de kapel aan de andere zijde, en dat was precies hoe Pozzo het bedoeld had. Wederom schilderde hij zelf de fresco’s voor het plafond, maar het voltooien van deze kapel nam veel meer tijd in beslag dan de bouw van de kapel van Sint Aloysius Gonzaga. Het altaar-reliëf met de Annunciatie werd in 1750 gemaakt door Filippo della Valle (1698-1768). Dat was dus lang na de dood van zowel Pozzo als Legros.
Pozzo schilderde ten slotte ook fresco’s voor de apsis van de kerk. Deze gaan allemaal over het leven van Sint Ignatius en op één ervan – het fresco rechts in de apsis – is ook Sint Franciscus Xaverius (1506-1552) afgebeeld, de Jezuïet die naar Azië reisde. Op het plafond van de apsis is het interessantste fresco geschilderd. Het stelt Sint Igantius bij het Beleg van Pamplona voor. Hier werd de toekomstige heilige geraakt door een Franse kanonskogel die zijn beide benen verbrijzelde. Deze gebeurtenis had grote invloed op zijn leven en zette een reeks verdere gebeurtenissen in gang die leidden tot het stichten van de Jezuïetenorde, Ignatius’ heiligverklaring in 1622 en de bouw van deze kerk in de periode 1627-1685.
Bronnen
- Capitool Reisgidsen Rome, 2009, p. 105-106;
- John Julius Norwich, De Pausen, Hoofdstuk XXII;
- Luc Verhuyck, SPQR. Anekdotische reisgids voor Rome, p. 189-191;
- Robert Hughes, De zeven levens van Rome, p. 331-332;
- Sant’Ignazio di Loyola op Churches of Rome Wiki.
Noten
[1] Beiden zijn in deze kerk begraven. In feite delen ze een graftombe.
[2] In 1888 werd ook Petrus Claver heilig verklaard.
Update 31 januari 2022: afbeeldingen zijn verbeterd en aangevuld.
Pingback:Rome: Sant’Antonio dei Portoghesi – – Corvinus –
Pingback:Mantova: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Arezzo: Sante Flora e Lucilla – – Corvinus –