Het complex van San Paolo is een voormalig Benedictijns nonnenklooster in het centrum van Parma. Het klooster werd eind tiende eeuw gesticht door de toenmalige bisschop van de stad, Sigefredo II, en gold als bijzonder prestigieus. Dat kwam mede omdat het klooster vooral bedoeld was voor adellijke meisjes voor wie geen geschikte huwelijkspartner gevonden kon worden. De abdis van San Paolo was doorgaans afkomstig uit een invloedrijke familie en Margherita Farnese (1567-1643), de dochter van de beroemde veldheer Alessandro Farnese, trok zich na haar mislukte huwelijk als non in het klooster terug.
Een klooster vol cultuur
Eind vijftiende en begin zestiende eeuw fungeerde het complex niet alleen als oord van contemplatie en afzondering, maar tevens als een belangrijk cultureel centrum in Parma. Dat was vooral te danken aan twee abdissen, Cecilia Bergonzi en haar opvolgster en verwant Giovanna Piacenza (1479-1524). De privévertrekken van Giovanna en de voormalige refter kunnen tegenwoordig bezocht worden. Gezamenlijk staan deze ruimtes bekend als de Camera di San Paolo of Camera della Badessa (kamer van de abdis). In een andere vleugel van het complex is de Pinacoteca Stuard gevestigd, eveneens een museum.
Giovanna Piacenza werd in 1507 aangesteld als abdis. In 1514 huurde ze de Parmezaanse schilder Alessandro Araldi (ca. 1460-1528) in om een van haar vertrekken van fraaie plafondfresco’s te voorzien. Araldi voorzag het plafond van grotesken en voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament. De fresco’s zijn misschien niet van exceptionele kwaliteit, maar wel heel kleurrijk en gedetailleerd.
Voor het volgende vertrek deed Giovanna een beroep op een andere, veel jongere schilder. Antonio Allegri, beter bekend als Correggio (1489-1534), was op dat moment nog tamelijk onbekend. In 1518-1519 beschilderde hij het parapluvormige gewelf van de kamer met mythologische voorstellingen, putti, vegetatie en het familiewapen van Giovanna. Het resultaat is zeer indrukwekkend. Correggio werd een schilder van naam en kreeg vervolgens opdrachten in de kerk van San Giovanni Evangelista (onderdeel van een Benedictijner abdij) en de Duomo van Parma. Na de dood van Giovanna in 1524 kwam de nadruk in het klooster weer op seclusie te liggen en waren mannen niet langer welkom. Bijgevolg werden de schilderingen in de Camera della Badessa grotendeels vergeten. Pas in de tweede helft van de achttiende eeuw werden ze herontdekt, mede dankzij de Duitse schilder Anton Raphael Mengs (1728-1779).
Camera del Correggio
De kamer die door Correggio werd beschilderd geldt terecht als het hoogtepunt van de Camera di San Paolo. De precieze functie van de ruimte is overigens niet bekend. Het kan de studeerkamer van de abdis zijn geweest, maar evengoed een privé eetkamer. De wanden van de kamer zijn niet versierd; mogelijk hingen hier vroeger kleden. De fresco’s van Correggio beginnen onderaan met ramskoppen waartussen banden gespannen zijn met daarin schalen en kruiken. Dit serviesgoed is ook de reden dat aan een eetkamer gedacht wordt. Erboven schilderde Correggio zestien lunetten met mythologische figuren, vier aan elke zijde van de kamer. Kleur gebruikte de schilder hierbij niet, zodat het geheel een klassieke marmeren uitstraling heeft. De figuren zijn niet van bijschriften voorzien, zodat in de meeste gevallen onduidelijk blijft wie er precies zijn afgebeeld. Wel heel duidelijk herkenbaar zijn de drie Gratiën die boven de schoorsteenmantel geschilderd zijn (zie de eerste afbeelding in deze bijdrage). Ze lijken sterk op een soortgelijk fresco met de Gratiën in de Villa Farnesina in Rome. Dat fresco is van Rafaël en zijn atelier en het werd in 1517-1518 gemaakt. Rafaël schilderde eerder ook nog een ander werk met de Gratiën. Het is niet geheel ondenkbaar dat Correggio deze werken kende.
Boven de mythologische figuren zijn zestien tondi te zien met daarin putti, kleine naakte jongetjes. In sommige van de tondi zijn ook dieren geschilderd. Het grootste gedeelte van het plafond bestaat uit groene vegetatie met boven de tondi ook bundels vruchten. De afbeeldingen hangen ongetwijfeld allemaal met elkaar samen, maar veel van de symbolische betekenis ontgaat de moderne bezoeker. Op de schoorsteen is de Romeinse godin van de jacht en de kuisheid Diana afgebeeld. Gewapend met pijl en boog staat ze in een strijdwagen getrokken door herten. De afbeelding verwijst naar Giovanna Piacenza, die als abdis natuurlijk ook een toonbeeld van kuisheid was.
Pingback:Parma: San Giovanni Evangelista – – Corvinus –