Perugia: Galleria Nazionale dell’Umbria

Portale delle Arti.

We hadden bijzonder veel geluk. Zonder het te weten bezochten we de Galleria Nazionale dell’Umbria in Perugia op de eerste zondag van de maand, en op die dag was het museum gratis toegankelijk. De Galleria Nazionale is sinds 1878 gevestigd in het Palazzo dei Priori, een prachtig middeleeuws stadspaleis dat tussen 1293 en 1443 werd gebouwd in Gotische stijl. Aan de buitenzijde van het palazzo, aan de kant van de Piazza IV Novembre, zijn aan de gevel een griffioen en een leeuw bevestigd, de symbolen van de stad. Het gaat overigens om kopieën, de originelen uit 1274 bevinden zich in het museum. Bezoekers komen de Galleria binnen via de Portale delle Arti of Portale Maggiore. Deze dateert van 1346 en is onder meer verfraaid met twee griffioenen, twee leeuwen en drie beelden van heiligen (kopieën; de originelen staan wederom in het museum). De heiligen zijn vermoedelijk Laurentius en de bisschoppen Herculanus en Constantius, over wie hieronder meer. Opvallend aan de Portale delle Arti is dat deze qua stijl niet Gotisch, maar Romaans is.

Als er één ding is dat u moet weten over de Galleria Nazionale dell’Umbria, dan is het wel dat het museum enorm groot is. Het heeft maar liefst 40 zalen verdeeld over twee verdiepingen. Het is dan ook ondoenlijk de gehele collectie te bespreken. Ik zal me richten op tien hoogtepunten uit de collectie schilderijen, mijn persoonlijke favorieten. De hieronder besproken schilderijen dateren van de dertiende tot en met de zestiende eeuw en zijn merendeels afkomstig uit kerken en kloosters in en rondom Perugia.

Palazzo dei Priori.

De originele griffioen en leeuw.

1. Triptiek van Perugia (Trittico di Perugia)

Dit drieluik uit ca. 1270-1275 is duidelijk nog in Byzantijnse stijl geschilderd, waarbij het kleurgebruik direct opvalt. De naam van de schilder is helaas niet overgeleverd. In het midden zien we de Madonna met het Kind op schoot. Op de luiken zijn zestien voorstellingen uit het leven van Jezus Christus geschilderd, met bovenin nog een Annunciatie in twee delen. Als de luiken worden gesloten, zijn op de achterzijden portretten van Franciscus en Clara van Assisi te zien. Het is niet geheel duidelijk voor welke kerk het drieluik is vervaardigd. Het museum vermeldt op het bordje de kerk van San Bevignate met een vraagteken. Dit was de kerk van de Tempeliers in Perugia, en in het rode kruis op het altaarkleed in de scène met de Presentatie in de Tempel wordt wel het symbool van deze ridderorde gezien. Gelet op de aanwezigheid van Franciscus en Clara van Assisi wordt echter steeds vaker naar de kerk en het nonnenklooster van Sant’Agnese gewezen, het onderkomen van de Clarissen in Perugia. Het probleem met die theorie is evenwel dat dit klooster pas in 1296 werd gesticht, ruim twintig jaar nadat het drieluik was voltooid.

Trittico di Perugia.

2. Crucifix van Perugia (Crocifisso di Perugia)

Dit grote crucifix is dusdanig beroemd dat het eigen pagina’s op Wikipedia en de Web Gallery of Art heeft. Het is een werk van de anonieme Meester van Sint Franciscus (Maestro di San Francesco). Hij is vooral bekend van zijn fresco’s in de Benedenkerk van San Francesco in Assisi. Aan de voet van het kruis is te lezen dat het crucifix in 1272 werd geschilderd, waaraan wordt toegevoegd dat dit gebeurde tijdens het pontificaat van Paus Gregorius X (1271-1276). Aan de doorboorde voeten van Christus knielt Sint Franciscus van Assisi. Links en rechts van Christus zijn, zoals gebruikelijk, de Maagd Maria en Johannes de Evangelist afgebeeld. Boven de gekruisigde Christus zien we dan nog de Maagd Maria met twee engelen, en daar weer boven nogmaals Christus die zijn zegen geeft.

Crocifisso di Perugia.

3. Pinksteren – Taddeo di Bartolo

Taddeo di Bartolo (ca. 1362-1422) was een schilder afkomstig uit Siena. Zijn altaarstuk met daarop een afbeelding van Pinksteren (de uitstorting van de Heilige Geest) dateert van 1403 en is afkomstig uit de kerk van Sant’Agostino in Perugia. De naam van de schilder en het jaar van voltooiing staan onder op het paneel aangegeven. De volledig tekst die daar te lezen is, luidt:

THADEUS BARTHOLI DE SENIS PINXIT HOC OPUS FECIT FIERI ANGELELLA PETRI PRO A(N)I(M)A IOHANIS FILII SUI ANNI DOMINI MCCCCIII

Oftewel: “Taddeo di Bartolo uit Siena schilderde dit werk, Angelella Petri liet het maken voor de ziel van haar zoon Johannes”. Wie Angelella Petri was, heb ik helaas niet kunnen achterhalen.

Pinksteren – Taddeo di Bartolo.

4. Pala di Sant’Agnese – Bicci di Lorenzo

Bicci di Lorenzo (1373-1452) was afkomstig uit Florence. Ook zijn vader en zoon waren schilders. Zijn Pala di Sant’Agnese komt – de naam zegt het al – uit de al genoemde kerk van Sant’Agnese en werd tussen ca. 1430 en 1440 geschilderd. Het gaat om een tamelijk complex werk, met in het midden de Madonna en het Kind op een wolk van blauwe en rode engeltjes. Madonna en Kind worden geflankeerd door Sint Agnes met haar lammetje in de armen en Sint Catharina van Alexandrië met haar bekende rad. De vingers van het Christuskind en die van Catharina raken elkaar, dus het thema van het altaarstuk is het Mystieke Huwelijk tussen de twee. De knielende vrouwelijke heilige is Sint Elisabeth van Hongarije (1207-1231), lid van de derde orde van Franciscus van Assisi, heilig verklaard in 1235. Die heiligverklaring vond overigens plaats in Perugia en werd verricht door Paus Gregorius IX (1227-1241), die eerder als kardinaal-protector Ugolino di Conti een speciale band met de Franciscanen had gehad.

Pala di Sant’Agnese – Bicci di Lorenzo.

Op het linker luik zijn Antonius van Padova en Lodewijk van Toulouse afgebeeld, met achter hen Johannes de Evangelist. Op het rechter luik zien we twee bisschoppen, Herculanus en Constantius, met achter hen Sint Laurentius met zijn bekende ijzeren rooster. Constantius van Perugia, die rond het jaar 170 de marteldood zou zijn gestorven, wordt beschouwd als de eerste bisschop van de stad. Herculanus was eveneens een bisschop van Perugia. Hij stierf in 549 de marteldood toen de Ostrogoten onder hun leider Totila de stad innamen. Boven de heiligen aan de linkerzijde is nog Sint Franciscus te zien, die de stigmata ontvangt. Aan de rechterzijde zijn drie heiligen in de woestijn geschilderd: Hieronymus, Onufrius en Paulus van Thebe. De predella onderaan bestaat uit vier voorstellingen, twee over het leven van Christus (aan de uiteinden), een met het martelaarschap van Sint Agnes en een met de goede daden van Sint Elisabeth van Hongarije.

5. Pala della Sapienza Nuova – Benozzo Gozzoli

Dit altaarstuk van de Florentijnse schilder Benozzo Gozzoli (ca. 1421-1497) werd niet geschilderd voor een kerk. Het was bedoeld voor het College van Sint Hieronymus, ook bekend als het Collegio della Sapienza Nuova, hetgeen de naam van het werk verklaart. Het Collegio was verbonden aan de universiteit van Perugia. Gozzoli schilderde het altaarstuk in 1456, toen hij halverwege de dertig was. Het is in zeker zin nog een klassiek stuk, met een lichtelijk archaïsche gouden achtergrond. Slechts enkele jaren later zou de schilder met zijn fresco’s in de Cappella dei Magi in Florence bewijzen dat hij ook levensechte achtergronden kon schilderen, iets wat hij overigens eerder al in Montefalco had gedaan.

Pala della Sapienza Nuova – Benozzo Gozzoli

De centrale figuren op het altaarstuk in Perugia zijn de Madonna en het Kind, geflankeerd door de heiligen Petrus, Johannes de Doper, Hieronymus en Paulus (met een opvallende rode baard). De kleiner afgebeelde heiligen zijn Dominicus, Franciscus en Petrus de Martelaar (links), Catharina van Alexandrië, Elisabeth van Hongarije en Lucia (rechts), en Christus met Thomas van Aquino, Laurentius, de Maagd Maria, Johannes de Evangelist, Sebastiaan en Bernardinus van Siena (onder). De wapenschilden met de leeuwen verwijzen naar de familie Guidalotti. Benedetto Guidalotti, bisschop van Recanati in de Marche, stichtte het Collegio della Sapienza Nuova in 1427. Benedetto was overigens al geruime tijd dood toen Benozzo Gozzoli het altaarstuk schilderde. Mogelijk werd het gemaakt in opdracht van de zuster van de bisschop, Elisabetta Guidalotti, die vervolgens ook haar naamheilige Elisabeth van Hongarije in het werk liet opnemen.

6. Polittico di Sant’Antonio – Piero della Francesca

Dit absolute meesterwerk van Piero della Francesca (ca. 1415-1492) dateert van ca. 1467-1469. Het werd gemaakt voor de kerk van Sant’Antonio da Padova, waaraan een klooster van vrouwelijke Franciscaanse tertiarissen was verbonden. Bijzonder aan het veelluik is dat het twee predella’s heeft. Ook het bovenste gedeelte, een soort ‘kroon’ op het werk, is bepaald niet alledaags. Waarschijnlijk schilderde Piero della Francesca dit gedeelte als laatste, nadat de rest van het werk al enige tijd voltooid was.

Polittico di Sant’Antonio – Piero della Francesca.

Met zijn voorstelling van de Annunciatie toonde de schilder uit Sansepolcro zich een ware meester van het perspectief. De zestiende-eeuwse schilder, architect en kunsthistoricus Giorgio Vasari (1511-1574) was zeer enthousiast over dit gedeelte van het werk. Hij sprak van “een engel die werkelijk uit de hemel lijkt te komen en, nog belangrijker, een aantal zuilen in perspectief die op volmaakte wijze kleiner worden”.[1] De Annunciatie heeft bovendien een realistische achtergrond, terwijl we op het centrale gedeelte van het altaarstuk nog de ouderwetse gouden achtergrond zien. Op dit gedeelte is de Madonna met het Kind afgebeeld, zittend op een troon in een soort nis. Links zijn Antonius van Padova en Johannes de Doper afgebeeld, rechts Franciscus van Assisi en Elisabeth van Hongarije. Van de predella daaronder is de middelste tondo helaas onherstelbaar beschadigd, maar links en rechts zijn Clara van Assisi en Agatha gelukkig nog prima zichtbaar. De onderste predella heeft drie voorstellingen. Links wekt Antonius van Padova een overleden kind weer tot leven, in het midden ontvangt Franciscus de stigmata en rechts redt Elisabeth een kind uit een waterput.

Annunciatie van de Polittico di Sant’Antonio.

7. Polittico Guidalotti – Fra Angelico

Dit moet een van de populairste werken in de Galleria Nazionale zijn. Er stond een groep voor met een docent die wel een half uur aan het woord was. De foto’s van het veelluik in deze bijdrage heb ik dan ook genomen toen we al op weg waren naar de uitgang. Fra Angelo (ca. 1395-1455) heette eigenlijk Guido di Pietro. Bij zijn intrede bij de Dominicanen nam hij de naam Fra Giovanni da Fiesole aan. Fra Angelico – ‘de engelachtige broeder’ – combineerde zijn leven als monnik met uitgebreide werkzaamheden als schilder. In 1455 stierf hij in Rome, waar in de kerk van Santa Maria sopra Minerva nog altijd zijn grafsteen bezichtigd kan worden. Zijn Polittico Guidalotti dateert van 1447-1448. Het veelluik dankt zijn naam aan de al genoemde Elisabetta Guidalotti, die het bestelde voor een kapel in de kerk van San Domenico in Perugia. In het midden zien we de Madonna met het Kind, met links Sint Dominicus en Sint Nicolaas, en rechts Johannes de Doper en Sint Catharina van Alexandrië. Boven de heiligen is een Annunciatie in twee delen te zien.

Polittico Guidalotti – Fra Angelico.

Sint Dominicus en Sint Nicolaas.

De details van het schilderwerk zijn prachtig. Let bijvoorbeeld op de gezichten op de zoom van de mantel van Sint Nicolaas, of op de letters in het boek dat Sint Dominicus vasthoudt. Het gezicht van Sint Nicolaas zou zijn gebaseerd op dat van Paus Nicolaas V (1447-1455), net als Fra Angelico een Dominicaan. Uiterst links en rechts zijn aan de randen van het veelluik nog eens twaalf heiligen geschilderd. Op de predella zien we verhalen uit het leven van Sint Nicolaas. Helaas is alleen het rechter paneel origineel. De andere twee zijn kopieën uit de negentiende eeuw. Het veelluik werd namelijk in 1797 geroofd door de Fransen, die het na de val van Napoleon teruggaven aan Paus Pius VII (1800-1823). Pius besloot twee predellastukken te houden. Deze bevinden zich thans in de Vaticaanse Musea.

8. Pala di Santa Maria dei Servi – Perugino

Perugino (ca. 1450-1523) geldt als de beroemdste schilder van Perugia. Men vindt zijn standbeeld op een steenworp afstand van het museum, in de Giardini Carducci. De schilder werd geboren als Pietro Vannucci in het stadje Città della Pieve, zo’n 35 kilometer ten zuidwesten van Perugia. De Galleria Nazionale bezit meerdere werken van zijn hand. Een voorbeeld van een vroeg werk is het altaarstuk uit de kerk van Santa Maria dei Servi. Het stelt de Aanbidding der Wijzen voor en dateert van ca. 1473-1475, toen de schilder in de twintig was. Een interessant detail zijn de twee figuren die de kijker aanstaren. De figuur uiterst links is Perugino zelf. De andere figuur is de jongeman die tussen de jonge en de middelste Wijze staat. Mogelijk is hij de opdrachtgever. Wie dat was, is niet bekend, maar de kerk van Santa Maria dei Servi had banden met de bekende familie Baglioni.

Pala di Santa Maria dei Servi – Perugino.

9. Pala Tezi – Perugino

Een veel later werk van Perugino (en diens atelier) is de Pala Tezi uit 1500, geschilderd voor de familie Tezi voor de kerk van Sant’Agostino. Het paneel is een voorstelling van de Madonna met het Kind en vier heiligen. Bovenin zijn dat Sint Nicolaas van Tolentino en Sint Bernardinus van Siena, onderin Sint Hieronymus (met zijn leeuw en rode kardinaalshoed) en Sint Sebastiaan. De predella van het werk bevindt zich tegenwoordig in Berlijn. Interessant aan het werk is de achtergrond waarop een stad te zien is met vele torens. Waarschijnlijk gaat het om een fantasiestad. De geschilderde stad lijkt immers in een dal te liggen, terwijl Perugia op een heuvel werd gebouwd. Het deurtje in het midden sluit een nis af waarin het Heilig Sacrament werd bewaard.

Pala Tezi – Perugino.

10. Kruisafneming – Cavalier d’Arpino

Kardinaal Scipione Borghese (1577-1633) was een groot kunstliefhebber en een fanatiek kunstverzamelaar. Helaas was hij samen met zijn oom, Paus Paulus V, ook een notoire kunstrover. Een van de werken die hij liet stelen, was een Kruisafneming uit 1507 van de hand van Rafaël (1483-1520), een leerling van de onder 8. en 9. genoemde Perugino. De Kruisafneming hing in de familiekapel van de Baglioni’s in de kerk van San Francesco al Prato in Perugia. In 1608 stuurde de kardinaal een clubje bandieten naar Perugia die het werk brutaalweg meenemen. Uiteraard was bevolking van Perugia daar woedend over. Paus Paulus V probeerde de gemoederen te bedaren door zijn neef de opdracht te geven een kopie te laten maken. Die taak viel toe aan Giuseppe Cesari (ca. 1568-1640), beter bekend als de Cavalier d’Arpino. De kopie moet in recordtijd geschilderd zijn, want al in augustus 1608 werd deze naar Perugia gestuurd. Het origineel kan bewonderd worden in de Galleria Borghese in Rome.

Kruisafneming – Cavalier d’Arpino.

Het is overigens nog maar zeer de vraag of de Cavalier d’Arpino veel plezier aan de opdracht heeft beleefd. Paus Paulus had hem eerder valselijk beschuldigd van belastingfraude of illegaal wapenbezit en in de gevangenis laten gooien. Vervolgens confisqueerde hij zijn fraaie collectie schilderijen, die hij aan zijn neef de kardinaal gaf. Dat hij vervolgens ook nog eens een ander gestolen schilderij moest namaken, lijkt toch wel de ultieme vernedering te zijn. Hoe de bevolking van Perugia op de kopie reageerde, vermeldt het verhaal helaas niet.

Net als op het origineel zijn de centrale figuren op de kopie de man en de vrouw achter de benen van Christus. De man is Grifonetto Baglioni (1477-1500), de vrouw zijn echtgenote Zenobia Sforza als Maria Magdalena. Grifonetto vermoordde in 1500 een groot deel van zijn familie tijdens de zogenaamde ‘rode bruiloft’ (nozze rosse). Een dag later werd hij zelf vermoord. Om de familievete te beëindigen liet zijn moeder Atalanta Baglioni het altaarstuk van de Kruisafneming schilderen. Ze is er zelf trouwens ook op afgebeeld, en wel in de gedaante van de Maagd Maria. Die had immers ook een zoon verloren!

Noot

[1] Vertaling Anthonie Kee.

One Comment:

  1. Pingback:Perugia: Galleria Nazionale dell’Umbria – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.