Siena: Santa Maria dei Servi

Santa Maria dei Servi.

Ik had de kerk van Santa Maria dei Servi al eens van grote afstand gezien, vanaf de Facciatone, de onvoltooide gevel van het eveneens nooit voltooide nieuwe schip van de kathedraal van Siena. Pas vele jaren later zag ik de kerk van dichtbij. Het was nog een behoorlijk eind lopen vanuit het centrum van de stad, eerst een heuvel af en daarna weer een heuvel op. De kerk lag er gelukkig prachtig bij die late middag van januari 2024. Erg veel bezoekers waren er niet, en ik had de kerk zelfs enige tijd geheel voor mezelf. Hoewel het godshuis algemeen bekendstaat als Santa Maria dei Servi is de volledige naam Basilica di San Clemente e dell’Immacolata Concezione della Beate Vergine Maria Protettrice e ausiliatrice della Città e della Repubblica di Siena. Achter deze ellenlange naam gaat een complexe geschiedenis schuil.

Geschiedenis

De Orde van de Dienaren van Maria – kortweg de Servieten – werd in 1233 gesticht in Florence. Rond 1250 arriveerden de eerste leden van de orde in Siena. Ze kregen er de bouwvallige parochiekerk van San Clemente toegewezen en bouwden daar hun klooster naast. De kerk van San Clemente werd tegelijkertijd onderworpen aan uitbreidingen en verbouwingen die enkele eeuwen zouden duren. Tegen het midden van de veertiende eeuw zullen het dwarsschip en de kapellen daarin voltooid zijn geweest, gelet op de (restanten van) veertiende-eeuwse fresco’s die we er aantreffen. Het schip van de kerk werd vervolgens tussen 1471 en 1528 onder handen genomen en verbouwd in Renaissancestijl. Een van de betrokken architecten was Ventura Turapilli (gestorven 1522). Deze zou hebben gewerkt op basis van een ontwerp van de veel bekendere Baldassare Peruzzi (1481-1536). Dat ontwerp kan natuurlijk onmogelijk al in 1471 beschikbaar zijn geweest, want toen was Peruzzi nog niet eens geboren.

Santa Maria dei Servi, gezien vanaf de Facciatone.

Interieur van de kerk.

Pas in 1533 werd de kerk gewijd en kreeg zij, naast de oorspronkelijke wijding aan de martelaar Paus Clemens uit de eerste eeuw, een secundaire wijding aan de Maagd Maria, beschermster en helpster van de stad en de republiek Siena. De werkzaamheden aan het interieur werden overigens pas in 1537 afgerond. In de zeventiende eeuw werden de Barokke zijaltaren toegevoegd, waarin liefhebbers onder meer een werk van Rutilio Manetti (1571-1639) aantreffen. Deze schilder uit Siena was recent weer in het nieuws toen een Italiaanse onderminister ervan werd beschuldigd een gestolen Manetti in zijn bezit te hebben. Aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw werd het dwarsschip gerenoveerd in Neogotische stijl, hetgeen de aanwezigheid van werk van Alessandro Franchi (1838-1914) uit Prato in de kerk verklaart. De belangrijkste wijziging van de twintigste eeuw was de renovatie van de klokkentoren in 1926-1927.

De Romaanse gevel van de Santa Maria dei Servi is evident nooit voltooid. Boven de enige ingang zien we een dichtgemetseld roosvenster met daar weer boven een tweede roosvenster, dat nog wel in gebruik is. Verder zijn er geen decoraties aanwezig, dus we gaan gauw naar binnen. Bezoekers vinden aan het begin van de kerk een bord met uitgebreide informatie over de kerk. Het gedeelte over de geschiedenis is uitsluitend in het Italiaans opgesteld, maar de informatie over de vele kunstwerken is tevens in het Engels, Duits en Spaans vertaald. Enigszins curieus is dat ook de namen van de kunstenaars vaak vertaald zijn. Pietro Lorenzetti, een van de bekendste schilders uit Siena van de veertiende eeuw, komen we bijvoorbeeld tegen als Peter Lorenzetti in het Engels en Pedro Lorenzetti in het Spaans. Giacomo Cozzarelli vinden we terug als James en de al genoemde Alessandro Franchi heet opeens Alexander.

Coppo di Marcovaldo

Madonna del Bordone – Coppo di Marcovaldo.

Het bekendste kunstwerk in de kerk is de Madonna del Bordone van Coppo di Marcovaldo (ca. 1225-1276). Coppo was een schilder afkomstig uit Florence die deelnam aan de slag bij Montaperti in 1260. Florence stond hier met bondgenoten als Lucca, Bologna en Prato tegenover Siena, Pisa en Terni. Het Florentijnse leger telde bijna tweemaal zoveel manschappen als dat van Siena, maar Siena had de steun van koning Manfred van Sicilië, die een eenheid zware cavalerie ter beschikking stelde. Zeer tegen de verwachting in behaalde Siena op 4 september een klinkende overwinning. Het lelievaandel van de Florentijnen werd door de modder gesleept en honderden manschappen van het vijandelijke leger werden gevangen genomen. Dat de slag bij Montaperti in Florence een diep trauma achterliet, blijkt wel uit het feit dat Dante ernaar verwijst in zijn Goddelijke Komedie (Inferno Canto 10, regel 85-87):

“En ik tot hem[1]: ‘De slachting en het bloedbad
dat de Arbia[2] rood gekleurd heeft, doet bij ons
een wraakgebed opstijgen zonder einde.’[3]

Volgens een zeer plausibele theorie bevond Coppo di Marcovaldo zich onder de gevangenen. Hij zou zijn Madonna del Bordone (‘Madonna van de Pelgrimsstaf’) in gevangenschap geschilderd hebben en hiermee mogelijk zijn vrijlating hebben betaald. Wellicht speelde hierbij nog mee dat de Servieten oorspronkelijk uit Florence afkomstig waren. Het jaartal 1261 en de naam van de schilder zijn nog leesbaar aan de onderste rand van het werk. De grote paneelschildering is qua stijl nog tamelijk traditioneel en Byzantijns, al worden de keizerlijke rode schoenen van de Maagd (τζαγγία in het Grieks) aangevuld met kleding en hoofdbedekking die eerder bij het Italië van de Hoge Middeleeuwen lijken thuis te horen. De hoofden van de Madonna en het Kind werden in de veertiende eeuw geretoucheerd door een navolger van Duccio di Buoninsegna (ca. 1255-1318/1319).

Pietro Lorenzetti

De interessantste fresco’s vinden we achter in de kerk. Een groot fresco in de kapel rechtsachter trekt direct de aandacht. Dit fresco van de Moord op de Onschuldige Kinderen werd geschilderd door de al genoemde Pietro Lorenzetti (ca. 1280-1348) samen met de broers Francesco en Niccolò di Segna, zonen van Segna di Bonaventura (ca. 1280-1331). Aangezien vader Segna een leeftijdsgenoot van Pietro was, mogen we aannemen dat Pietro de leiding had bij het schilderwerk en de veel jongere Francesco en Niccolò assisteerden. Het fresco heeft enkele mooie details. Op het balkon links zien we koning Herodes, de drijvende kracht achter de kindermoord. Achterin zorgen soldaten te paard ervoor dat niemand kan vluchten, terwijl op de voorgrond al een stapel vermoorde kinderen ligt. Op andere plekken worden nog levende kinderen uit de armen van hun moeders getrokken door gewapende manschappen.

Moord op de onschuldige kinderen – Pietro Lorenzetti, Francesco en Niccolò di Segna.

Links van de Moord op de Onschuldige Kinderen zien we nog een fresco van Sint Agnes met een lammetje; Agnes betekent ‘puur’ in het Grieks, maar het woord werd al snel geassocieerd met het Latijnse woord agnus, wat ‘lam’ betekent. Het fresco wordt toegeschreven aan Pietro Lorenzetti of zijn school. Meer werk uit deze school vinden we in de kapel linksachter. Hier werden op de muren fresco’s geschilderd van het Banket van Herodes (rechts) en de Hemelvaart van Johannes de Evangelist (links).

Banket van Herodes – school van Pietro Lorenzetti.

Overige bezienswaardigheden

Het altaarstuk van de centrale kapel achterin is een grote paneelschildering van de Kroning van de Maagd van de hand van Bernardino Fungai (ca. 1460-1516). Het werk werd in 1501 voltooid. Vele heiligen zijn getuige van de Kroning, en een flink aantal van hen is gemakkelijk te herkennen, bijvoorbeeld Petrus (met sleutel), Paulus (met zwaard), Catharina van Alexandrië (met rad) en Hiëronymus (met steen tegen de borst). Aan de linkerzijde zijn verder twee pausen afgebeeld, herkenbaar aan hun tiara’s. De ene zou Gregorius de Grote kunnen zijn (590-604), die naast paus ook kerkvader was en dus goed past tegenover Hiëronymus. De andere is dan wellicht Paus Clemens I (88-99), aan wie de kerk in eerste instantie gewijd is. Helaas is de predella van het altaarstuk verdwenen. De afzonderlijke stukken ervan, met voorstellingen uit het leven van Clemens, bevinden zich in musea in Straatsburg en York.

Kroning van de Maagd – Bernardino Fungai.

Madonna di Belverde.

Maria bevrijdt zielen uit het Vagevuur.

Gelovigen vinden in de Santa Maria dei Servi de overblijfselen van twee plaatselijke Servieten. In de uiteinden van het dwarsschip staan de glazen kisten van Zalige Francesco Patrizi (1266-1328) en Zalige Gioacchino Piccolomini (1258-1305). Boven de eerstgenoemde hangt een fraai veertiende-eeuws crucifix van de al genoemde Niccolò di Segna. Direct na binnenkomst vinden we aan de rechterzijde, aan de voet van de klokkentoren, restanten van veertiende-eeuwse fresco’s van een onbekende meester. Fraai – en kleurrijk – is een voorstelling van de Maagd Maria die zielen uit het Vagevuur bevrijdt. Aan de linkerzijde is een paneelschildering die bekendstaat als de Madonna di Belverde de moeite waard. Op de informatieborden wordt het paneel nog steeds toegeschreven aan Jacopo di Mino del Pellicciaio (gestorven ca. 1396), maar waarschijnlijk is die toeschrijving onjuist. Sinds een restauratie in 2017 zijn de experts geneigd Taddeo di Bartolo (1362-1422) als de maker te beschouwen en het paneel op ca. 1405 te dateren. De Santa Maria dei Servi bezit van zijn hand ook een Aanbidding van de Herders. Ten slotte wijs ik op een mooi beeldhouwwerk in de kerk, een gestorven Christus uit ca. 1490 van Francesco di Giorgio (1439-1501).

Bronnen

Noten

[1] Farinata degli Uberti (gestorven 1264), de leider van de pro-keizerlijke Ghibellijnen in Florence.

[2] Rivier in Toscane.

[3] Vertaling Rob Brouwer.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.