Fossombrone (deel 2): kerken en musea

San Filippo.

We parkeerden onze auto in de Viale della Repubblica en wandelden van daar het historische centrum van het stadje in. In de Middeleeuwen was Fossombrone onderdeel van de Pauselijke Staat. De paus had leden van familie Malatesta uit Rimini als heersers over het stadje aangesteld, maar in 1445 verkocht Galeazzo Malatesta, bijgenaamd ‘de Onbekwame’, Fossombrone aan de bekende Federico da Montefeltro (1422-1482), graaf en later hertog van Urbino. Paus Eugenius IV (1431-1447) was woedend over deze verkoop, waarvoor hij geen toestemming had gegeven. Galeazzo Malatesta werd geëxcommuniceerd, maar Federico bleef de baas in Fossombrone. Zijn zoon Guidobaldo stierf in 1508 op slechts 36-jarige leeftijd zonder nageslacht te hebben geproduceerd. Hij werd opgevolgd door Francesco Maria della Rovere, de zoon van zijn zuster en daarmee zijn neef.

De eerste kerk die we in Fossombrone bezochten, heeft een geschiedenis die nauw verbonden is met de familie Della Rovere. Deze kerk is die van San Filippo. De kerk werd tussen 1608 en 1613 gebouwd om de geboorte te vieren van Federico Ubaldo della Rovere (1605-1623). Hij was de langverwachte en zeer gewenste mannelijke nakomeling van Francesco Maria II della Rovere (1549-1631). Toen Federico echter al jong stierf, zat Francesco Maria II alsnog zonder opvolger en ging hij zelf de geschiedenis in als de laatste hertog van Urbino. Urbino, en daarmee Fossombrone, werden weer onderdeel van de Pauselijke Staat en bleven dat tot 1860, toen het voormalige hertogdom opging in het koninkrijk Italië. De San Filippo is tegenwoordig niet meer in gebruik als kerk en heeft dus ook geen altaar meer. Het kerkgebouw wordt gebruikt voor concerten en andere evenementen, en is doorgaans opengesteld voor het publiek.

San Filippo, gezien vanuit de Pinacoteca.

Interieur van de kerk.

De San Filippo was oorspronkelijk gewijd aan vijf lokale martelaren, de heiligen Aquilino, Gemino, Gelasio, Magno en Donato. Al snel werd het gebouw echter overgedragen aan leden van de orde van de Oratorianen, gesticht door Sint Filippo Neri (1515-1595), bijgenaamd de Apostel van Rome. Neri was in Florence geboren. In 1534 was hij als pelgrim naar Rome gekomen en in 1551 was hij daar op 36-jarige leeftijd tot priester gewijd. De man was een heus fenomeen. Hij eiste van zijn volgelingen dat ze zichzelf vernederden door zich in lompen te hullen en zelfs een vossenstaart tussen hun benen te dragen. Veel van deze volgelingen waren jonge Romeinse edellieden en Neri legde hun de verplichting op om handwerk te doen. Voor die tijd was dat ongehoord. Filippo Neri was zeker niet bang om controversieel te zijn (zie Rome: Chiesa Nuova). Hij werd in 1615 zalig verklaard en in 1622 heilig. Zo rond het tijdstip van een van deze gebeurtenissen zal de kerk in Fossombrone formeel aan hem zijn gewijd.

Aan de buitenkant heeft de San Filippo weinig decoraties. Wie de zeer eenvoudige bakstenen gevel ziet met de dichtgemaakte ramen zal zeer verbaasd zijn bij het zien van het uitbundige Barokinterieur van de kerk. De prachtige stucwerkdecoraties werden in opdracht van de Oratorianen gemaakt door Tommaso Amantini (1625-1675) uit Urbania, van wie ik eerder werk in Pergola had gezien. De voormalige kerk bezit verder een flink aantal werken van de lokale schilder Giovanni Francesco Guerrieri (1589-1657). Het kleurrijke altaarstuk in de apsis uit ca. 1621-1623, betaald door de gemeente Fossombrone, verbeeldt hoe de vijf martelaren de kerk aan de Madonna en het Kind in de hemel aanbieden. Rechts van de Madonna is Sint Filippo Neri geschilderd, met een witte baard en in een witte kazuifel. Het is niet bekend wie de andere drie heiligen zijn, zo deelde de in de kerk aanwezige gids ons mee. Het zijn in elk geval twee bisschoppen en – zo vermoed ik – een diaken.

Sant’Agostino.

Van 1624 dateert Guerrieri’s altaarstuk van de aartsengel Michael en de Heilige Drie-eenheid, te vinden in een van de kapellen aan de rechterzijde. Op het werk houdt Christus de weegschaal vast waarop de zielen van de overledenen worden gewogen. Michael lijkt te pleiten voor de ziel van een overleden vrouw. Onder zijn nog meer zielen in de vlammen van het Vagevuur te zien. De schilder liet zijn handtekening achter op het schild tussen Christus en God de Vader. In Pergola had ik op een schilderij van hem al eens een handtekening op een zwaard gezien, en omdat de naam ‘Guerrieri’ zoiets als ‘krijgers’ betekent, nam ik aan dat hij voorkeur wapens uitkoos om zijn signatuur op achter te laten. De gids in de kerk vertelde echter dat ze ook een schilderij van Guerrieri kende waarop hij zijn handtekening had gezet op een kussen (pas later bedacht ik me dat je natuurlijk ook een kussengevecht kunt houden).

Een derde werk van Guerrieri in de kerk is een schilderij van Sint Barnabas (1620-1624). De San Filippo heeft daarnaast werken van Claudio Ridolfi (1570-1644) en Lazzaro Baldi (ca. 1624-1703). De overvloed aan kunstwerken maakt de San Filippo zonder meer de interessantste kerk van Fossombrone. Groter, maar veel minder indrukwekkend is haar bijna-buurman in de Corso Giuseppe Garibaldi, de kerk van Sant’Agostino. Deze dateert van de veertiende eeuw, maar werd vergroot en vooral verhoogd in de achttiende. Dat is duidelijk zichtbaar als men rechts van de kerk staat: er is in feite een verdieping op het gebouw gezet. Ook de Sant’Agostino heeft aan de buitenzijde nauwelijks decoraties. Het interieur is eveneens eenvoudig, waarbij het artistieke hoogtepunt het schilderij boven het hoogaltaar is, gemaakt door Federico Zuccari (1539-1609). Zijn Geboorte van Christus is vooral ontroerend. De kerk bezit tevens een werk van Guerrieri, een Madonna della Cintura (Madonna van de Gordel) met Sint Augustinus en diens moeder Monica.

Zo’n 250 meter verderop komen we bij de Duomo van Fossombrone, oftewel de co-kathedraal van Santi Aldebrando, Agostino e Maurenzio, in gebruik bij het in 1986 gecreëerde bisdom Fano-Fossombrone-Cagli-Pergola. De kathedraal was oorspronkelijk de kerk van een Benedictijnse abdij. Alleen de vijftiende-eeuwse klokkentoren is nog origineel, voor het overige werd de Duomo tussen 1776 en 1784 geheel herbouwd in neoclassicistische stijl. De betrokken architect was Cosimo Morelli (1732-1812). De Duomo heeft werken van de al genoemde Guerrieri en Ridolfi, maar we hebben het gebouw niet geopend aangetroffen. Volgens de gids in de San Filippo heeft de kathedraal ook geen reguliere openingstijden en moeten mensen die kunstwerken willen zien het op een zondag proberen, vlak voor of na de mis.

Duomo van Fossombrone.

Duomo van Fossombrone, met op de achtergrond de kerk van Sant’Antonio Abate.

We staken vervolgens de rivier de Metauro over via de Ponte della Concordia, de Brug van de Eendracht. Volgens mijn reisgids dateert de oorspronkelijke brug van het jaar 292[1], en verschillende bronnen op het internet leggen een link met de Romeinse keizer Diocletianus (284-305), maar het lijkt toch waarschijnlijker dat het jaar 1292 is bedoeld. De middeleeuwse brug had vijf bogen en ging bij een overstroming in 1765 verloren. In de jaren 1780 werd een nieuwe brug met een enkele boog ontworpen door de architect Luigi Baldelli. Deze brug werd in 1944 opgeblazen door terugtrekkende Duitse troepen. De huidige Ponte della Concordia dateert van 1946-1947. Via de brug betreedt men het stadsdeel Borgo Sant’Antonio, waar we de kerk van Sant’Antonio Abate vinden. De kerk werd in de veertiende eeuw gebouwd, maar geheel herbouwd in de negentiende. Het exterieur van de kerk is charmant, maar binnen zult u geen kunstwerken van enige betekenis aantreffen.

Ponte della Concordia.

De Metauro.

Sant’Antonio Abate.

Voor kunstwerken van betekenis moeten we in de Pinacoteca Civica “A.Vernarecci” zijn, die te vinden is in het hoge gedeelte van het stadje (Corte Alta, het voormalig hertogelijk paleis) en werd vernoemd naar Augusto Vernarecci (1847-1919). Vernarecci was kanunnik, (kunst)historicus en inspecteur der monumenten. Zijn persoonlijke collectie vormde de basis van het museum, dat in 1901 zijn deuren opende. Ook het archeologisch museum van Fossombrone (op een steenworp afstand van de Pinacoteca) is naar hem vernoemd. Terecht, want hij begon eind negentiende eeuw met de opgravingen van Forum Sempronii, de Romeinse voorganger en naamgever van Fossombrone. Aan Forum Sempronii en het archeologisch museum wijd ik een aparte bijdrage.

Uiteraard vinden we in het museum weer diverse werken van Giovanni Francesco Guerrieri. De Pinacoteca Civica bezit echter ook een aantal schilderijen van zijn dochter Camilla Guerrieri (1628-na 1690). Verder vinden we er werken van de lokale schilder Giuseppe Diamantini (1623-1705), van Pietro Ugolini uit Pergola (ca. 1710-1780) en van Sebastiano Conca (1680-1764). Zeer indrukwekkend is een anoniem portret uit 1623 van de edelman Gentiluccio III Rocchi. De artistieke hoogtepunten waren voor mij echter twee portretten geschilderd door Francesco Podesti (1800-1895), een schilder uit Ancona. In 1824 schilderde hij het portret van Elisa Napoleona Baciocchi (1806-1869). Zij was een dochter van Elisa Bonaparte (1777-1820), een jongere zuster van Napoleon. Vijf jaar later schilderde Podesti ook haar zoon Carlo Felice Gianbattista Camerata-Passionei (1826-1853) met de hond van de familie.

Omdat het museum een pinacoteca is, voeren schilderijen uiteraard de boventoon. Toch is het museum nog om twee andere redenen interessant. Allereerst is dat een gebeeldhouwd reliëf van de Annunciatie van de hand van Domenico Rosselli (ca. 1439-1498). Het is afkomstig uit de kerk van de Santissima Annunziata even buiten Fossombrone. Belangrijker nog is het prachtige uitzicht over het stadje dat het museum biedt. Alle in deze bijdrage besproken kerken zijn uitstekend te zien vanuit de ramen van het gebouw.

Annunciatie – Domenico Rosselli.

Noot

[1] Bradt travel guide Umbria & the Marche (2021), p. 285.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.