De Duomo van Perugia, ook bekend als de kathedraal van San Lorenzo, is een goed voorbeeld van een kerk waarvan de buitenkant interessanter is dan de binnenkant. Met de buitenkant bedoel ik in dit geval dan vooral de linker flank van het gebouw, want de gevel aan de voorzijde is duidelijk nooit voltooid en het portaal uit de achttiende-eeuw is nauwelijks een bespreking waard. De linker zijkant van het gebouw is daarentegen fraai gedecoreerd met marmeren vierpassen, een vijftiende-eeuwse preekstoel, de restanten van een loggia uit dezelfde eeuw en een zestiende-eeuwse zijingang. Vanaf de trappen aan deze kant heeft men een mooi uitzicht op de Fontana Maggiore op de Piazza IV Novembre.
Geschiedenis
De voorganger van de huidige kerk dateerde vermoedelijk van de tiende eeuw. In het gebouw werden de relikwieën bewaard van Sint Herculanus. Hij was de bisschop van Perugia die in 549 werd vermoord door de Ostrogoten onder Totila. Niet veel later werd hij de beschermheilige van de stad. In de oude kathedraal werden in de dertiende eeuw maar liefst drie pausen begraven, te weten Innocentius III (1198-1216), Urbanus IV (1261-1264) en Martinus IV (1281-1285). Van hun grafmonumenten is helaas vrijwel niets bewaard gebleven, hooguit wat stukjes beeldhouwwerk. In het jaar 1300 werd de beslissing genomen een nieuwe Duomo te bouwen. Toch duurde het nog tot 1343 voordat de bouw daadwerkelijk van start ging. Bisschop Francesco Graziani, die tussen 1337 en 1352 in functie was, had van Paus Clemens VI (1342-1352) de toezegging gekregen dat wie meewerkte aan de nieuwe kathedraal een volledige aflaat kreeg. Erg veel heeft dat waarschijnlijk niet geholpen, want de bouw schoot in de veertiende eeuw weinig op. De uitbraak van de pest in 1348 en de diefstal van bouwmateriaal door een pauselijke legaat in 1373-1375 zullen niet bevorderlijk zijn geweest voor het project.
In de daaropvolgende eeuw ging het gelukkig beter. Dankzij de inspanningen van bisschop Giovanni Andrea Baglioni (1435-1449), wiens grafmonument nog in de Duomo te bewonderen is, werd in de periode 1437-1452 flink verder gebouwd. In 1481 werd nog een dwarsschip aan de Duomo toegevoegd, een toevoeging die helaas wel inbreuk maakte op de mooie loggia langs de linkerzijde van de kathedraal. Deze loggia werd in 1423 gebouwd in opdracht van de condottiero Andrea Fortebraccio (1368-1424), ook bekend Braccio da Montone. Hij was tussen 1416 en 1424 heerser van Perugia en liet de loggia bouwen om zijn palazzo te verbinden met de Duomo. In 1487 werden de relikwieën van Sint Herculanus onder het hoogaltaar bijgezet, waarmee de bouw van de Duomo feitelijk voltooid was. Niettemin werd het nieuwe gebouw pas in 1587 gewijd. In 1609 werden de genoemde relikwieën overgebracht naar de aan Herculanus gewijde kerk van Sant’Ercolano in Perugia.
Bezienswaardigheden
De gevel van de Duomo heeft een Barok portaal dat in de achttiende eeuw werd toegevoegd door Pietro Carattoli (1703-1766). Het is de enige decoratie aan deze zijde van de kathedraal, laten we snel naar de veel interessantere zijde aan de Piazza IV Novembre gaan. Het onderste gedeelte van deze zijde is gedecoreerd met wit en roze marmer, met een reeks opvallende vierpassen. De preekstoel die aan de kathedraal is bevestigd dateert van 1439. Deze werd gebruikt door de beroemde Franciscaanse prediker Bernardinus van Siena (1380-1444). Een van de belangrijkste kapellen in de Duomo, de Cappella di San Bernardino, is aan de in 1450 heilig verklaarde Bernardinus gewijd.
Het portaal links van de preekstoel dateert van 1568 en werd ontworpen door Galeazzo Alessi (1512-1572), onder meer bekend van het interieur van de kathedraal van Assisi. Boven het portaal is in een nis een houten crucifix geplaatst, achter glas. Het crucifix is nauw verbonden met de zogenaamde Zoutoorlog van 1540, een kortstondige opstand van Perugia tegen Paus Paulus III (1534-1549). De burgers legden toen de sleutels van de stad aan de voeten van de gekruisigde Christus, in de hoop dat hij hen zou beschermen tegen de pauselijke woede. Die hoop bleek tevergeefs: de opstand werd snel neergeslagen. Links van het portaal staat een bronzen beeld van Paus Julius III (1550-1555), die de inwoners van Perugia het recht teruggaf hun eigen magistraten te benoemen. Het beeld is een werk van Vincenzo Danti (1530-1576), een talentvolle lokale beeldhouwer die op relatief jonge leeftijd stierf.
Het interieur van de kathedraal is hoofdzakelijk achttiende-eeuws. Ik heb er niet veel beelden van, want toen ik de Duomo enkele jaren terug bezocht, was fotograferen eigenlijk verboden (nu is dat wellicht anders, aangezien iedereen tegenwoordig een smartphone heeft). Het interessantste kunstwerk is een schilderij van de Kruisafneming van de hand van Federico Barocci (ca. 1535-1612). U vindt het in de al genoemde Cappella di San Bernardino. In de andere grote kapel wordt volgens de overlevering de trouwring van de Maagd Maria bewaard, de Santo Anello. Een afbeelding van het object vindt u hier. De ring is in vele opzichten een problematisch voorwerp. Allereerst werd de Santo Anello in 1473 gestolen uit het zo’n 35 kilometer ten westen van Perugia gelegen stadje Chiusi (het Clusium van de Oudheid). Een veel groter probleem is het feit dat de ring simpelweg niet authentiek kan zijn. In de tijd dat Maria trouwde met Jozef waren trouwringen binnen het Jodendom nog onbekend. Volgens deze website werden ze ruim 1400 jaar geleden geïntroduceerd, dus laten we zeggen zes eeuwen na het huwelijk van Maria en Jozef.
Wie nog meer kunst wil zien, kan een bezoek brengen aan het museum van de kathedraal. Hier zou u onder meer de Pala di Sant’Onofrio moeten kunnen vinden, een werk van de bekende schilder Luca Signorelli (ca. 1450-1523) uit Cortona.
Bronnen
- Capitool Reisgids Umbrië 2016, p. 95;
- Cattedrale di San Lorenzo (Perugia) – Wikipedia;
- Key to Umbria: Perugia.
Pingback:Perugia: Sant’Angelo – – Corvinus –
Pingback:Perugia: Fontana Maggiore – – Corvinus –
Pingback:Perugia: The Duomo – – Corvinus –