Mantova: Palazzo Te

Palazzo Te.

De lange, bewegingsloze rij voor het Palazzo Te in Mantova bleek goed verklaarbaar: de stroom was uitgevallen en er konden geen tickets worden uitgegeven. Uiteraard kon er ook niet gepind worden zolang het probleem niet was opgelost. Gelukkig zat het personeel van het palazzo niet stil en liepen medewerkers de rij langs om alvast COVID-passen te controleren; ons bezoek aan het Palazzo Te vond plaats in de zomer van 2021, en de coronapandemie die Italië zo hard had getroffen was nog lang niet uitgeraasd. Uiteindelijk werd de stroom hersteld en konden we de prachtige zestiende-eeuwse villa, het zomerverblijf van de familie Gonzaga, gaan verkennen. Het Palazzo Te werd gebouwd in de periode 1525-1535. Twee beroemde mannen waren er in het bijzonder verantwoordelijk voor. In de eerste plaats was dat de opdrachtgever, Federico II Gonzaga, markies (1519-1530) en daarna hertog (1530-1540) van Mantova. Zijn familie heerste al sinds 1328 over de stad. In de tweede plaats moet de architect en schilder Giulio Romano (1499-1546) worden genoemd. Hij wist Federico’s droom in een tastbare werkelijkheid om te zetten.

Geschiedenis

Federico II Gonzaga was de zoon van Francesco II Gonzaga en Isabella d’Este. Hij was pas achttien jaar oud toen zijn vader in 1519 overleed aan syfilis. De jonge markies liet al snel zijn oog vallen op een eilandje ten zuiden van de stad. Dit eilandje werd Tejeto genoemd, een naam die ofwel verwijst naar het type lindeboom (tiglieto) dat er groeide, ofwel naar een woord voor hut (tegia). Tejeto was al sinds het midden van de vijftiende eeuw in gebruik bij de familie Gonzaga. Francesco II Gonzaga had er begin zestiende eeuw paardenstallen laten bouwen, want het fokken en berijden van paarden was een favoriet tijdverdrijf van de familie. De droom van Federico was om op het eiland een zomerverblijf te bouwen in de beste tradities van de Renaissancevilla’s, die op hun beurt weer inspiratie ontleenden aan de Romeinse villa’s van weleer. Bij zijn zoektocht naar een geschikte architect werd hij gewezen op Giulio di Piero Pippi de’ Iannuzzi uit Rome, beter bekend als Giulio Romano. De ongeveer 25-jarige Giulio was een assistent van de grote Rafaël. In oktober 1524 kwam hij in Mantova aan en kon Federico hem zijn ideeën inzake het te bouwen Palazzo Te mededelen. In 1525 ging het werk van start en het zou zo’n tien jaar in beslag nemen.

Binnenplaats.

Het Palazzo Te was bedoeld als rust- en lustoord. In de hierna nog te bespreken Sala di Psiche (Zaal van Psyche) worden de bedoelingen van Federico op de muren uiteengezet. In het Latijn staat er:

HONESTO OCIO POST LABORES AD REPARANDAM VIRT[VTEM] QVIETI CONSTRVI MANDAVIT
(Vrij vertaald: “Hij beval de bouw voor welverdiend plezier na de noeste arbeid, om de krachten te herstellen in alle rust en stilte”)

In het gebouw konden grote recepties met eminente gasten worden gehouden. Een goed voorbeeld is het bezoek van Karel V, keizer van het Heilige Roomse Rijk, in 1530. Bij die gelegenheid werd Federico tot hertog van Mantova gepromoveerd. Bij het gebruik van het Palazzo Te als lustoord speelde zeker ook mee dat de (toen nog ongetrouwde) Federico hier zijn minnares Isabella Boschetti ontving. Zij had hem toen reeds twee kinderen geschonken. Uiteindelijk trouwde Federico in 1531 met Margherita Paleologa. Uit het huwelijk werden nog zeven kinderen geboren voordat Federico in 1540, net als zijn vader, aan syfilis overleed. Hij was pas veertig jaar oud.

Houten schaalmodel van het Palazzo Te.

Uiteraard werkte Giulio Romano bij de bouw van het Palazzo Te en de decoratie ervan niet alleen. Voor deze monsterklus kon hij een beroep doen op vele getalenteerde ambachtslieden en kunstenaars. Een van de bekendste is waarschijnlijk Francesco Primaticcio (1504-1570) uit Bologna, naar wie de weg die vanaf de parkeerplaats naar het palazzo loopt vernoemd is. Verder kunnen in dit verband de lokale schilders Rinaldo Mantovano (zie Mantova: Sant’Andrea) en Giovan Battista Mantovano (1503-1575) worden genoemd. Het team onder leiding van Giulio Romano creëerde een vierkant paleis met vier vleugels en een grote binnenplaats (cortile). De oude paardenstallen van de Gonzaga’s werden in het nieuwe gebouw geïntegreerd. Aan het einde van de zestiende eeuw en in de eerste helft van de zeventiende eeuw werden er nog verschillende wijzigingen aan het Palazzo Te doorgevoerd. De tuin ten oosten van de villa, met de exedra aan het uiteinde, dateert bijvoorbeeld van deze tijd. In de tweede helft van de achttiende eeuw werden belangrijke renovaties uitgevoerd onder leiding van Paolo Pozzo (1741-1803). Belangrijk is ten slotte dat het Palazzo Te niet meer op een eilandje staat. Het gebied rondom het palazzo is al lang geleden drooggelegd en alleen om vanaf de binnenplaats in de tuin te komen moeten bezoekers nog een brug oversteken.

Een wandeling door het Palazzo Te

Plafondfresco in de Camera del Sole e della Luna.

De vertrekken in het Palazzo Te zijn stuk voor stuk prachtig versierd met stucwerk en fresco’s. De fresco’s zijn geschilderd in een stijl die Maniërisme wordt genoemd. Met deze term wordt doorgaans de laatste fase van de Renaissance aangeduid. Maniëristische composities zijn doorgaans tamelijk onnatuurlijk en menselijke figuren zijn vaak weinig elegant en enigszins uit proportie geschilderd. De waardering voor het Maniërisme is niet altijd even positief geweest, maar het valt moeilijk te ontkennen dat de fresco’s in het Palazzo Te tot de hoogtepunten van deze stijl kunnen worden gerekend. Het is daarom hoog tijd eens een korte wandeling door de verschillende vertrekken van het palazzo te maken.

In de ruimte naast de ticketbalie staat een houten schaalmodel van het Palazzo Te (zie de afbeelding hierboven). In deze ruimte hangt ook het portret van Giulio Romano dat werd geschilderd door de grote Venetiaanse meester Titiaan (ca. 1488-1576). Titiaan schilderde tevens een mooi portret van Federico II Gonzaga, dat tegenwoordig in het Prado in Madrid hangt. De eerste kamer die vervolgens zeer de moeite waard is, is de Camera del Sole e della Luna, de kamer van de zon en de maan. Bijzonder aan deze kamer, een salotto of woonvertrek, is vooral het plafond. Dat bestaat uit 192 ruitvormige of driehoekige versieringen in stucwerk en een centraal fresco van de zonnewagen en de wagen van de maan. Hoewel er geen schriftelijk bewijs bestaat, wordt het fresco doorgaans toegeschreven aan Francesco Primaticcio. Opmerkelijk is dat het fresco ons een blik gunt op de edele delen van Phaeton, de menner van de zonnewagen. Luna, de maangodin, is gelukkig heel wat kuiser gekleed.

Prachtig is ook de Sala dei Cavalli, de zaal van de paarden. De zaal was bedoeld als ontvangstruimte en is vernoemd naar de edele viervoeters die op de muren geschilderd zijn. Als gezegd waren de Gonzaga’s grote paardenliefhebbers. Twee van de geschilderde paarden zijn zelfs van een naam voorzien, te weten Morel Favorito en Dario. Op de muren vinden we verder geschilderde beelden en bustes van goden en beroemde mannen en vrouwen, maar de meest opvallende decoraties zijn de in roodbruine kleuren uitgevoerde werken van Hercules. Het was de bedoeling de fresco’s aldus op bronzen reliëfs te laten lijken. We zien onder meer hoe de Griekse held de hellehond Cerberus temt en met de Nemeïsche leeuw worstelt.

Sala dei Cavalli met het paard Morel Favorito.

Een absoluut meesterwerk is de Sala di Psiche, eveneens een ontvangstruimte. Op de muren en het plafond van deze ruimte werd in de periode 1526-1528 het verhaal van Cupido (of Amor) en Psyche uit de Grieks-Romeinse mythologie geschilderd. Het verhaal is ontleend aan de roman De Gouden Ezel van de Romeinse schrijver Apuleius uit de tweede eeuw. Het gaat om de onmogelijke liefde tussen een god en een sterfelijke vrouw. Er wordt wel verondersteld dat het verhaal symbool stond voor de liefde tussen Federico en Isabella Boschetti, die vanwege het standsverschil tussen de twee ook onmogelijk was. Als assistent van Rafaël was Giulio Romano goed bekend met het verhaal en de thematiek ervan. In 1517-1518 hadden Rafaël en zijn medewerkers immers plafondfresco’s over Cupido en Psyche geschilderd in de Villa Farnesina in Rome, en de jonge Giulio was hier zeker bij betrokken geweest. In de ruimte vinden we ook andere verhalen uit de mythologie. De reusachtige eenogige man met de knots aan de raamzijde is bijvoorbeeld de cycloop Polyphemos. Rechts van hem zijn – veel kleiner – de nimf Galatea en haar minnaar Acis afgebeeld. Ook Polyphemos en Galatea zijn in de Villa Farnesina aanwezig.

Sala di Psiche.

Sala di Psiche.

Plafond van de Sala di Psiche.

We komen vervolgens in de Camera dei Venti, die in het teken staat van de verschillende windrichtingen. Deze zijn in stucwerk uitgevoerd, net als de verschillende sterrenbeelden. Deze zijn weer dusdanig geschilderd dat ze van brons gemaakt lijken. Astrologie is een belangrijk thema in deze kamer, die verder opvalt door de fresco’s van de Olympische goden.

Camera dei Venti.

De Camera delle Aquile was de slaapkamer van Federico, en naar we mogen aannemen ook van Isabella Boschetti, in elk geval tot aan Federico’s huwelijk met Margherita Paleologa. De kamer ontleent haar naam aan de vier stoere adelaars van stucwerk in de hoeken. Ook het schilderwerk is de kamer is erg mooi, met onder meer een plafondfresco dat de val van de eerder genoemde Phaeton uit de zonnewagen voorstelt. Veel werk in de Camera delle Aquile wordt toegeschreven aan Francesco Primaticcio.

Camera delle Aquile.

David en Batseba.

De Loggia van David, aan de oostzijde van het palazzo, is versierd met stucwerk en fresco’s uit 1532-1534. De loggia staat in het teken van het verhaal van David en Batseba, dat wordt verteld in het Bijbelboek 2 Samuel. David wordt verliefd op Batseba als hij haar bespiedt terwijl ze aan het baden is. Ze is echter al getrouwd met Uria, een Hittiet en een soldaat in Davids leger. Haar huwelijkse status weerhoudt David er niet van gemeenschap met Batseba te hebben, waarop ze zwanger raakt. David ruimt vervolgens Uria uit de weg door hem tijdens een veldslag vooraan op te stellen. Deze gevaarlijke positie verzekert dat de ongelukkige man sneuvelt. Batseba baart David vervolgens een kind, dat echter al na enkele dagen sterft, ongetwijfeld een straf van God. Daarop trouwt David met de vrouw en baart ze hem zijn zoon en opvolger, de bekende Salomo. In de loggia zijn verschillende episoden uit het verhaal geschilderd, zoals David die Goliat doodt, David die de harp bespeelt en Batseba die tijdens haar bad bespied wordt. Het verhaal van David en Batseba is wel vergeleken met het verhaal van Federico en Isabella Boschetti. Isabella’s man stierf in 1528 onder verdachte omstandigheden, maar er is geen bewijs dat Federico daarbij betrokken was en hij lijkt er ook geen echt motief voor te hebben gehad.

In de Camera degli Stucchi staat uiteraard het stucwerk centraal. Langs de muren trekt in twee stroken, de een boven de ander, een processie van Romeinse soldaten en ruiters langs. De stoet is meer dan zestig meter lang en telt rond de 500 verschillende figuren. In de Camera degli Imperatori vinden we vervolgens afbeeldingen van beroemde keizers en veldheren uit de Oudheid, onder wie Julius Caesar, Scipio Africanus, Alexander de Grote en diens vader Philippus. Het centrale plafondfresco vertelt het verhaal van Caesar die na zijn overwinning op Pompeius bij Pharsalus (in 48 BCE) diens brieven laat verbranden. De brieven zouden vele in Rome achtergebleven senatoren in de problemen hebben gebracht, iets wat Caesar hen wilde besparen. In de kleinere tondi worden nog twee andere verhalen verteld: Alexander de Grote die een buitgemaakt exemplaar van de Ilias laat opbergen en de grootmoedigheid van Scipio Africanus. In ruil voor vriendschap met en hulptroepen voor het Romeinse leger liet deze Romeinse generaal een beeldschoon meisje dat gevangen was genomen naar haar verloofde terugkeren.

Camera degli Stucchi.

Plafond van de Camera degli Imperatori.

Hoogtepunt van het Palazzo Te is wat mij betreft de Sala dei Giganti. Op de muren en het plafond zien we hoe de Giganten, de kinderen van Gaia en Ouranos, een aanval uitvoeren op de berg Olympus. Zeus, Hera en de andere Olympische goden weten de aanval echter af te slaan en de Giganten in het verderf te storten. Zeus bedient zich hierbij van zijn befaamde bliksemschichten. Giulio Romano ontleende het verhaal aan de Metamorfosen van de Romeinse dichter Ovidius. Bij de uitvoering van de fresco’s heeft hij zichzelf werkelijk overtroffen. Wie omhoog kijkt, ervaart waarschijnlijk hetzelfde duizelingwekkende gevoel als bij Correggio’s al even indrukwekkende koepelfresco in de kathedraal van Parma. Persoonlijk had ik het gevoel door een wervelwind omhoog gezogen te worden. Juist omdat de fresco’s zo indrukwekkend zijn, is het zwaar te betreuren dat ze in de achttiende eeuw ontsierd werden door Oostenrijkse soldaten. In 1708 was Ferdinando Carlo di Gonzaga-Nevers, de laatste hertog van Mantova, overleden en namen de Oostenrijkse Habsburgers de macht over. Het Palazzo Te werd geruime tijd als kazerne gebruikt, met bijbehorend vandalisme waar het de kunst betrof. Verschillende soldaten kerfden hun namen in de muren van de Sala dei Giganti. Ook zien we verschillende jaartallen, zoals 1736, 1769 en 1775.

Sala dei Giganti.

Sala dei Giganti.

Sala dei Giganti.

Museo Civico

Op de bovenste verdieping van het Palazzo Te is het gemeentemuseum van Mantova gevestigd. De collectie van het museum is op z’n zachtst gezegd nogal eclectisch. Naast een verzameling van voornamelijk munten van de Gonzaga’s en schilderijen van Federico Zandomeneghi (1841-1917) vinden we er de Egyptische collectie van Giuseppe Acerbi (1773-1846) en de Mesopotamische collectie van Hugo Sissa (1913-1980). Erg verrassend vond ik de aanwezigheid van een schilderij van Titiaan dat Venus voorstelt terwijl ze haar zoontje Cupido (of Amor, c.q. Eros) een blinddoek omdoet. Twee nimfen staan rechts klaar om het jongetje zijn pijlen en boog aan te reiken. Het jongetje dat op de schouder van Venus leunt, zou Cupido’s broer en speelmaatje moeten zijn (in het Grieks Anteros genoemd). Het schilderij behoort eigenlijk tot de collectie van de Galleria Borghese in Rome, maar was kennelijk op dat moment uitgeleend aan het Museo Civico in Mantova. En aangezien Titiaan, zoals hiervoor reeds vermeld, zowel Giulio Romano als Federico II Gonzaga op het doek vereeuwigde, leek het me passend deze bijdrage met een werk van zijn hand af te sluiten.

Venus blinddoekt Cupido – Titiaan.

Bronnen

2 Comments:

  1. Pingback:Mantova: San Sebastiano – – Corvinus –

  2. Pingback:Mantova: Palazzo Te – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.