De San Giovanni Evangelista is misschien wel de oudste nog bestaande kerk van Ravenna. Het is mogelijk dat de Santa Croce in dezelfde stad marginaal ouder is, maar zeker weten doen we het niet. In elk geval is deze Santa Croce gesloten voor het publiek, dus dat is een goede reden om deze reeks bijdragen over Ravenna te beginnen met een kerk die we daadwerkelijk kunnen bezoeken, en die ik ook bezocht heb in juni 2016 en augustus 2022: de kerk gewijd aan Johannes de Evangelist. Deze werd gebouwd in opdracht van Galla Placidia, halfzuster van de West-Romeinse keizer Honorius (395-423) en moeder van diens opvolger, Valentinianus III (425-455).
Ravenna als zetel van het keizerlijk hof
Galla Placidia was een opmerkelijke vrouw. Ze werd tussen 388 en 393 geboren als de dochter van de Romeinse keizer Theodosius I en diens tweede vrouw Galla. Theodosius had al twee zonen uit zijn vorige huwelijk, Arcadius en Honorius. Na zijn dood in 395 werd het Romeinse Rijk – dat reeds eerder in tweeën was gesplitst door Diocletianus, maar was herenigd door Constantijn de Grote – opnieuw gesplitst, en ditmaal definitief. Arcadius heerste over de oostelijke helft. Binnen het belaagde Rijk was dit de helft met de meeste inwoners en de meeste welvaart. De jongere Honorius werd keizer van de westelijke helft en kreeg al snel te maken met invallen van de Visigoten. Aanvankelijk werden deze nog verjaagd door Stilicho, de competente generaal van Honorius. De situatie veranderde echter op dramatische wijze toen Honorius zijn generaal in 408 liet vermoorden. Twee jaar later plunderden de Goten Rome, een gebeurtenis die de Antieke Wereld schokte, ook al was de daadwerkelijke schade aan de stad waarschijnlijk niet zo heel ernstig (zie Rome: Santa Pudenziana). Galla Placidia werd als waardevolle gijzelaar naar Gallië meegenomen. In 414 trouwde ze, als onderdeel van een overeenkomst tussen Honorius en de Visigoten, met de Visigotische koning Athaulf. Uit het huwelijk werd een zoon genaamd Theodosius geboren, maar deze stierf al kort na de geboorte. Athaulf werd in 415 of 416 vermoord.
Galla keerde daarop terug naar het keizerlijk hof van haar halfbroer en trouwde in 417 met de Romeinse generaal Constantius. Constantius en Galla werden in 421 tot augustus en augusta benoemd, en daarom wordt Galla in moderne bronnen vaak als ‘keizerin’ aangeduid. Hierbij moet echter wel worden opgemerkt dat deze titels aanvankelijk niet erkend werden door Theodosius II, de zoon van Arcadius die tegen deze tijd over het Oost-Romeinse Rijk heerste. Een ander belangrijk punt is dat in deze tijd het Romeinse keizerlijk hof zich niet meer in Rome bevond, de traditionele hoofdstad van het Rijk, noch in Milaan, waar het sinds 286 was gevestigd. In 402 had Honorius het hof verplaatst naar Ravenna. Voor deze verhuizing worden in de literatuur diverse redenen gegeven. Ravenna zou beter te verdedigen zijn geweest omdat ze werd omringd door moerassen. De stad lag voorts op een gunstige plaats aan de Adriatische kust, wat betekende dat de verbindingen over zee met Constantinopel uitstekend waren.
Ravenna was toentertijd zeker geen grote stad. Vanaf de tijd van keizer Augustus was de stad een van de belangrijkste marinebases van het Rijk geweest, maar sinds de Crisis van de Derde Eeuw was ze in verval geraakt. Ravenna zal een bevolking van tussen de 5.000 en 10.000 inwoners hebben gehad (Mauskopf Deliyannis 2010). Hoewel het natuurlijk niet mogelijk is in het hoofd van Honorius te kijken (en dat ook nog eens postuum te doen, na meer dan 1.600 jaar), zou een andere overweging voor de verhuizing kunnen zijn geweest dat het kleine en nogal lege Ravenna de perfecte tabula rasa was om een nieuwe, duidelijk christelijke hoofdstad in het Westen te creëren en daarmee Constantijn de Grote te imiteren, die hetzelfde had gedaan met Byzantium in het Oosten. Anders gezegd, van een lelijk eendje kon een prachtige zwaan worden gemaakt.
Geschiedenis van de kerk
Een christelijke hoofdstad had natuurlijk kerken nodig. Honorius liet zelf een kerk gewijd aan San Lorenzo bouwen (afgebroken in 1553), maar de bouw van minstens twee kerken wordt toegeschreven aan Galla, te weten de San Giovanni en de voornoemde Santa Croce. Toen Honorius in augustus 423 stierf zonder troonopvolger, greep de usurpator Johannes de macht. Theodosius II besloot hierop te interveniëren vanuit Constantinopel en benoemde Galla’s zoon Valentinianus (geboren in 419) tot de rechtmatige opvolger van Honorius. Johannes werd uiteindelijk verslagen, en in de nasleep van de hele affaire verschijnen figuren als Flavius Aetius en de Hunnen op het toneel, maar voor ons verhaal is dat alles niet relevant. Wat wel belangrijk is, is dat Galla’s zoon slechts zes jaar oud was en dat Galla zelf tot 437 als regent optrad en dat zeer goed deed. Galla keerde in 425 terug naar Ravenna, misschien om de installatie van haar zoon als augustus te regelen. De zee was erg ruig, en haar schip – met aan boord haar zoon en haar dochter Honoria – werd heen en weer geslingerd in een zware storm. Galla Placidia bad daarop tot Johannes de Evangelist en beloofde een aan hem gewijde kerk te zullen bouwen als het schip en de passagiers de storm zouden overleven. Het schip bleef inderdaad behouden, en Galla Placidia kwam haar belofte na, misschien wel direct in 425.
Bij de bouw van de San Giovanni Evangelista werd gebruik gemaakt van spolia, dat wil zeggen van materialen die eerder voor andere gebouwen waren gebruikt. In dit geval werden bakstenen gebruikt voor de muren en zuilen uit de eerste tot en met de vierde eeuw om een middenschip en twee zijbeuken te maken. Oorspronkelijk had de kerk ook een narthex, die op een onbekend moment in de kerk zelf werd opgenomen. Dit was zeker ná de negende eeuw, aangezien de narthex nog wordt genoemd in een negende-eeuwse bron. De klokkentoren werd in de tiende eeuw toegevoegd. Professor Judith Herrin, hoogleraar in de Laatantieke en Byzantijnse studies, stelt dat de kerk van Galla Placidia een spectaculair monument moet zijn geweest, dat kon wedijveren met de kathedraal van de stad. Maar helaas is vrijwel alle pracht en praal tegenwoordig verdwenen. Galla bestelde wonderschone mozaïeken voor haar kerk, maar wat daar nog van over was werd verwoest toen de Geallieerden in 1944 per ongeluk de San Giovanni bombardeerden. De kerk staat op slechts 200 meter van het station van Ravenna, het eigenlijke doelwit van de vliegtuigen. Foto’s die na het bombardement zijn genomen laten zien dat de schade aan de San Giovanni zeer ernstig was. Een groot gedeelte van de kerk moest herbouwd worden na de oorlog.
De San Giovanni verkennen
Gelukkig is er ook vandaag de dag nog wel iets te zien. Men komt op het terrein van de kerk via een Gotische poort uit de veertiende eeuw (afbeelding links). Direct boven de ingang ziet men in het timpaan mogelijk Johannes de Evangelist die aan Galla Placidia verschijnt. Zij werpt zichzelf voor hem ter aarde (afbeelding boven). Iets hoger, aan beide kanten van de boog, ziet men het bekende thema van de Annunciatie. Het bovenste gedeelte van de poort is een fronton met wederom de Heilige Johannes, ditmaal met een koning of keizer – waarschijnlijk Valentinianus III – die naast hem zit. Boven hem ziet men Christus de Verlosser en rechts van Valentinianus is opnieuw Galla Placidia afgebeeld. De foto die na het bombardement in 1944 werd genomen (zie hierboven) laat zien dat dit bovenste gedeelte door de inslag werd weggeblazen. Een restauratie was dus noodzakelijk en de poort kan niet geheel origineel zijn.
De foto laat eveneens zien dat er na het bombardement niets meer over was van de gevel, dus ook deze moest herbouwd worden. Wel origineel zijn de zuilen en de Korinthische kapitelen die we in de kerk aantreffen, en hetzelfde geldt voor de zogenaamde ‘imposten’ – het Italiaanse woord is pulvino – tussen de kapitelen en de bogen. De kerk heeft een open dak en noch op de muren, noch in de apsis of op de triomfboog of de ruimte daarboven treffen we enige decoratie aan. Men kan zich moeilijk voorstellen dat dit echt ooit een spectaculair monument was, zoals professor Herrin stelt. De eenvoud van de kerk heeft een zekere charme, maar het is buitengewoon jammer dan er niets meer over is van Galla Placidia’s mozaïeken. We hebben echter nog wel enkele beschrijvingen van de mozaïeken. Ze worden bijvoorbeeld genoemd in Girolamo Rossi’s Historiarum Ravennatum, dat voor het eerst werd gepubliceerd in 1572. Rossi (1539-1607) was een historicus die de originele mozaïeken evident met eigen ogen had gezien, maar het is moeilijk om conclusies te trekken over de staat waarin deze toen verkeerden.
De San Giovanni stelt momenteel twee reconstructies van de mozaïeken tentoon. Het meest in het oog springende verschil tussen de twee versies is de plaats van de ramen. De huidige kerk heeft een apsis, herbouwd na de Tweede Wereldoorlog, met zeven ramen. Onder deze zeven bevinden zich nog eens drie dichtgemetselde ramen. Het is moeilijk te zeggen wat de oorspronkelijke opzet was. Kennelijk zijn er geen foto’s van de kerk van vóór het bombardement, en uiteraard kunnen er tussen 425 en 1944 wijzigingen aan de ramen zijn aangebracht. Hoe dit alles ook zij, van de twee kunstenaars die de reconstructies hebben geschilderd heeft de eerste gekozen voor een versie met drie ramen en de tweede – conform de situatie in de huidige kerk – voor een afbeelding van de apsis met zeven ramen.
Wat laten de beide reconstructies ons zien? Van boven naar beneden:
- Ruimte boven de triomfboog: in het midden staat Christus, die een boekrol aan Johannes de Evangelist geeft. De boekrol is vermoedelijk de Openbaring, die vaak – terecht of onterecht – aan Johannes wordt toegeschreven.[1] Links en rechts zien we Galla Placidia op haar schip met haar kinderen.
- Op de triomfboog zelf zijn de gezichten van tien Romeinse keizers afgebeeld.
- De schelp van de apsis toont een grote afbeelding van een zittende Christus met een boek in zijn hand. De tekst op de boekpagina’s komt uit het Evangelie volgens Mattheus. De Latijnse tekst van een van de reconstructies luidt “Beati misericordes cvoniam miserebitur Deus” (“Gezegend zijn de barmhartigen, want God zal voor hen barmhartig zijn”). Als dit ook echt de oorspronkelijke tekst uit de vijfde eeuw is, dan kunnen we concluderen dat de makers van de mozaïeken een oudere tekst dan de Latijnse Vulgaat gebruikten.[2] Christus wordt in deze reconstructies geflankeerd door boekenkasten met de vier Evangeliën.
- Links en rechts van de ramen zien we de vier Evangelisten en/of hun symbolen.
- Ten slotte treffen we onder de ramen een scène aan waarin Peter Chrysologus een hoofdrol speelt. Hij was Bisschop van Ravenna van 433 tot aan zijn dood in 450 en was nauw verbonden met het keizerlijk hof in de stad. Zijn bijnaam ‘gouden-woord’, volgens de overlevering door Galla Placidia persoonlijk aan hem gegeven, verwijst naar zijn welsprekendheid. In de scène draagt de bisschop de mis op in aanwezigheid van twee assistenten en een engel. Rechts is de Oost-Romeinse keizer Theodosius II afgebeeld, samen met zijn vrouw Eudocia en soldaten. Links staat Arcadius, de vader en voorganger van Theodosius, eveneens samen met zijn vrouw, Aelia Eudoxia, en soldaten.
Het is beslist te betreuren dat de mozaïeken geheel verloren zijn gegaan, maar de twee reconstructies geven tenminste nog een goede indruk van hun voormalige grandeur. Ik kan professor Herrin dan ook alleen maar gelijk geven: haar opmerking over een ‘spectaculair monument’ was volkomen terecht.
Vloerfragmenten
De interessantste versieringen die nog wel in de kerk aanwezig zijn, zijn fragmenten van de mozaïekvloer die in 1213 werd gelegd. De fragmenten zijn nu langs de muren van de beide zijbeuken opgesteld en tonen – onder andere – dieren en fantasiewezens (zoals eenhoorns en zeemeerminnen). Ook zien we een mozaïek met daarop twee hanen die een vos gevangen hebben. Dit is een bekend thema in de middeleeuwse kunst (zie hier en hier). Hieronder enkele voorbeelden.
Sommige mozaïeken hebben echter een serieuzer thema: de Vierde Kruistocht en de verovering van Constantinopel door de kruisvaarders en Venetianen in 1204. Op een van de fragmenten staat de tekst COSTATINOPOLIM en de bijbehorende afbeelding betreft kennelijk het moment dat de kruisvaarders de stad binnendringen en beginnen te plunderen. Een ander fragment toont een contingent soldaten gekleed in maliënkolders en bewapend met speren. De officiële toeristische website van Ravenna noemde de mozaïekvloer in het verleden ‘betoverend’ (‘gorgeous’), maar dat lijkt me nogal overdreven. De mozaïeken zijn zeker interessant, maar komen qua schoonheid niet eens in de buurt van de mozaïeken uit de Late Oudheid die men in andere kerken in Ravenna kan vinden. Eigenlijk zijn de mozaïeken in de San Giovanni tamelijk simplistisch. De afgebeelde mensen in de verschillende scènes zijn weinig realistisch, het perspectief is klungelig en de kleuren nogal mat. De meeste mozaïeken zijn opgenomen in dit filmpje op YouTube over de San Giovanni.
Bronnen
- Judith Herrin, Byzantium, p. 70;
- Deborah Mauskopf Deliyannis, Ravenna in Late Antiquity, p. 44-45, 47-48 en 63-70;
- San Giovanni Evangelista on Italian Wikipedia;
- Ravenna Turismo website.
Noten
[1] Of dit klopt, is allemaal afhankelijk van de vraag of Johannes de Evangelist, Johannes ‘de discipel die Jezus liefhad’ en Johannes van Patmos een en dezelfde persoon zijn. In de Late Oudheid geloofden velen dat dit het geval was.
[2] Mattheus 5:7 luidt in de Vulgaat: “Beati misericordes quia ipsi misericordiam consequentur”.
Update 10 augustus 2022: tekst en afbeeldingen zijn bijgewerkt.
Pingback:Ravenna: Mausoleum van Galla Placidia – – Corvinus –
Pingback:Rome: San Paolo fuori le Mura – – Corvinus –
Pingback:Ravenna: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Padova: Eremitani – – Corvinus –
Pingback:Rome: San Lorenzo fuori le Mura – – Corvinus –
Pingback:Ravenna: San Giovanni Evangelista – – Corvinus –
Pingback:Ravenna: Santa Maria in Porto – – Corvinus –
Pingback:Ravenna: TAMO – – Corvinus –