Padova: Eremitani

De kerk van de Eremitani.

Ik kan de kerk van de Eremitani in Padova alleen maar beschrijven als een aangename verrassing. We moesten nog ongeveer een uur wachten voordat we de beroemde Cappella degli Scrovegni konden bezoeken, dus we besloten hier even naar binnen te gaan en een kijkje te nemen. Onze verwachtingen waren nogal laaggespannen, want de kerk was aan ons beschreven als “verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog en vervolgens weer opgebouwd”. Die beschrijving bleek ook wel te kloppen, maar toch troffen we binnen nog meer dan genoeg interessante kunst aan. De Eremitani staat vooral bekend om haar prachtige graftomben voor twee leden van de familie Da Carrara, haar fresco’s van Guariento en haar zeer vroege werk van de hand van Andrea Mantegna.

Geschiedenis

De Eremitani of ‘kluizenaars’ zijn leden van de Orde van Sint Augustinus. Deze Orde was verantwoordelijk voor de bouw van de huidige kerk op deze plek tussen 1264 en 1276, waarbij een ouder gebouw vervangen werd. De kerk is gewijd aan de apostelen Filippus en Jakobus. Volgens één overlevering heeft Broeder Giovanni degli Ermitani, die tussen 1306 en 1309 aan het Palazzo della Ragione in Padova werkte, vervolgens het plafond van de Eremitani-kerk voltooid en daarbij gebruikgemaakt van materiaal van het oude dak van het Palazzo. Wellicht was deze Broeder Giovanni eveneens verantwoordelijk voor de pseudo-loggia die onderdeel van de kerkgevel is en gedeeltelijk doorloopt langs de zuidzijde van de kerk. Hoewel het grootste gedeelte van de geschiedenis van de kerk als relatief saai kan worden gekwalificeerd, vond op 11 maart 1944 een gebeurtenis plaats die alles veranderde. Op die dag raakte de kerk van de Eremitani zwaar beschadigd door een bombardement van de Geallieerden. Helaas was dit geen uitzondering tijdens de Tweede Wereldoorlog, zoals we hebben gezien in Rome en Ravenna. Nadat de oorlog was afgelopen moest de Eremitani helemaal opnieuw opgebouwd worden.

Indrukwekkend interieur van de kerk.

Graftomben van de familie Da Carrara

Graftombe van Jacopo II da Carrara.

De kerk is eenbeukig en dat betekent dat bezoekers in een enorme lege ruimte binnentreden (zie de afbeelding hierboven). Direct rechts treffen we de graftombe aan van Ubertino da Carrara, Heer van Padova van 1338 tot 1345. Hij werd opgevolgd door zijn bloedverwant Jacopo II da Carrara, die de stad bestuurde totdat hij in 1350 werd vermoord. Jacopo kreeg een vrijwel identieke graftombe aan de andere kant van het schip, recht tegenover die van Ubertino. De twee graftomben lijken als twee druppels water op elkaar en dat hoeft ook geen verbazing te wekken: ze werden ontworpen door dezelfde kunstenaar, de veertiende-eeuwse beeldhouwer en architect Andriolo de Santi. De graftombe van Jacopo is iets interessanter, want die werd voorzien van een gedicht van Francesco Petrarca (1304-1374), aangebracht op een plaat marmer onder de tombe. Jacopo’s zoon Francesco was een vriend van de dichter en schonk hem een stuk land in het pittoreske dorp Arquà, waar hij zijn laatste jaren doorbracht.

Waarschijnlijk was Andriolo de Santi niet in z’n eentje verantwoordelijk voor de twee graftomben. Het is heel aannemelijk dat hij hulp kreeg van verschillende assistenten, en één daarvan is met de nodige slagen om de arm geïdentificeerd als de beeldhouwer Bonino da Campione. Hij geniet enige bekendheid vanwege zijn graftombe voor Bernabò Visconti, die nu in het Castello Sforzesco in Milaan staat. De beelden van de Madonna met het Kind en van de engelen moeten oorspronkelijk met heldere kleuren beschilderd zijn geweest. Dat geldt ook voor de beeltenissen van Ubertino en Jacopo zelf. Strikt genomen horen de Da Carrara-graftomben hier helemaal niet thuis. Ze bevonden zich oorspronkelijk in de kerk van Sant’Agostino elders in Padova, maar die kerk werd in 1819 door de Oostenrijkers afgebroken. Zij vervingen de kerk door een ziekenhuis, dat later werd omgebouwd tot een militaire kazerne. Gelukkig bleven de twee graftomben gespaard en werden ze overgebracht naar de kerk van de Eremitani, waar ze ook vandaag de dag nog bewonderd kunnen worden.

Close-up van de graftombe van Jacopo II da Carrara.

Close-up van de graftombe van Ubertino da Carrara.

Fresco’s van Guariento

Fresco’s van Guariento.

Guariento di Arpo (gestorven omstreeks 1370) kan misschien wel beschouwd worden als de hofschilder van de familie Da Carrara. Hij maakte niet alleen fresco’s voor de twee Da Carrara-graftomben die hierboven besproken werden, maar decoreerde ook de privékapel van de Reggia Carrarese, het complex van waaruit de Carraresi over Padova heersten. We vinden Guariento’s belangrijkste werk in de kerk van de Eremitani in de Cappella Maggiore, dat wil zeggen de centrale apsis achter het altaar. Hier schilderde hij het Laatste Oordeel en verhalen uit het leven van Sint Augustinus van Hippo, de bisschop die de Regel van Sint Augustinus opstelde (354-430) en die daarom beschouwd kan worden als de stichter van de Orde van Sint Augustinus (de Orde werd pas in de dertiende eeuw formeel opgericht). Andere fresco’s vertelden verhalen uit de levens van de apostelen Filippus en Jakobus, de beschermheiligen van de kerk. De fresco’s werden in de jaren 1360 gemaakt, al zijn er ook bronnen die stellen dat ze van 1338 dateren.

Helaas is meer dan de helft van Guariento’s cyclus tijdens het bombardement van 1944 verwoest. Alleen de fresco’s op de linker muur zijn bewaard gebleven (zie de afbeelding rechts); die op de rechter muur en het gewelf zijn aan gruzelementen geblazen. Wat we op de linker muur zien is niettemin erg interessant. De fresco’s in de lunette tonen Sint Filippus die gedwongen wordt te offeren aan Mars, de heidense oorlogsgod. De heilige weigert natuurlijk, en vervangt het heidense afgodsbeeld door een christelijke crucifix. Op de fresco’s in het midden zien we links hoe Sint Augustinus een groep Afrikaanse bisschoppen wijdt en rechts hoe Sint Filippus wordt gekruisigd door heidenen.[1] De laatste twee fresco’s, onderin, gaan beide over het leven van Sint Augustinus. Het linker fresco toont de heilige die een visioen heeft waarin een engel hem een Bijbel overhandigt en hem opdraagt het boek op te nemen en te lezen (“Tolle, lege!”). Vervolgens vertelt Augustinus een vriend, mogelijk Sint Alypius van Thagaste, wat er gebeurd is. Het rechter fresco toont hoe Augustinus in Milaan wordt gedoopt door Sint Ambrosius (zie Milaan: Sant’Ambrogio).

Fresco’s over het leven van Sint Augustinus.

Onder de grote scènes treffen we kleinere decoraties aan die vermoedelijk de planeten voorstellen. Links zien we duidelijk een personificatie van de Maan, terwijl de vlammende figuur rechts beslist de Zon moet voorstellen. Het grote crucifix in de apsis wordt toegeschreven aan Niccolò Semitecolo, die vermoedelijk Guariento’s belangrijkste assistent was.

De maan.

Mantegna’s fresco’s

Andrea Mantegna (ca. 1431-1506) werd geboren in het kleine dorpje Isola di Carturo, in de buurt van Padova. Zijn geboorteplaats staat tegenwoordig bekend als Isola Mantegna, ter ere van de kunstenaar. Mantegna werd beroemd met werken als het San Luca-altaarstuk (oorspronkelijk in de Santa Giustina in Padova) en De Bewening van de Dode Christus, beide nu in het Brera Museum in Milaan. In de Ovetari-kapel van de kerk van de Eremitani komen we iets van zijn vroegste werk tegen, geschilderd tussen 1448 en 1457. Helaas hebben de bommen die in 1944 op de kerk vielen de fresco’s aan gruzelementen geblazen. Er werd een grondige restauratie uitgevoerd, die in 2006 werd afgerond en waarbij de restaurateurs hun uiterste best hebben gedaan om de schade te herstellen. Het resultaat kan tot redelijke tevredenheid stemmen. De restaurateurs hebben waar mogelijk stukjes van de fresco’s weer aan de muren bevestigd en de gaten – waarvan ik wel moet toegeven dat ze groot zijn – opgevuld met fotografische reproducties in zwart-wit.

Het martelaarschap van Sint Christoforus.

Mantegna was niet de enige kunstenaar die bij de decoratie van de Cappella Ovetari betrokken was. Sterker nog, aangezien hij nog maar een tiener was toen de contracten voor de fresco’s werden getekend, namen aanvankelijk andere, meer ervaren kunstenaars het voortouw. De Duitse schilder Giovanni d’Alemagna en de Venetiaanse schilder Antonio Vivarini voorzagen het gewelf van fresco’s van de vier evangelisten. De eerstgenoemde stierf echter in 1450 en de laatstgenoemde trok zich enige tijd later uit het project terug. Er werd ook wat werk verricht door Nicolò Pizzolo, die in 1453 kwam te overlijden. Mantegna zelf schilderde alle fresco’s op de linker muur, waarop zes scènes uit het leven van Sint Jakobus staan. Op de rechter muur zijn alleen de twee onderste scènes van Mantegna. Ze tonen het martelaarschap van Sint Christoforus en het transport van zijn dode lichaam. Vermoedelijk werden de andere scènes geschilderd door Bono da Ferrara (één scène) en Ansuino da Forlì (drie scènes).

Slechte heidense koning in zijn oog geraakt.

Een interessant weetje is dat de scènes over de dood en het transport van Sint Christoforus de oorlog overleefden omdat ze al in 1880 losgemaakt waren van de muur. Hoewel de twee scènes worden gescheiden door een geschilderde Griekse zuil, gaat het in feite om één doorlopende scène. Dat blijkt ook wel uit de architectonische elementen op de achtergrond, vooral het paleis met het lange fries. Uiterst links is een gigantische (maar zwaar beschadigde en nauwelijks zichtbare) Sint Christoforus aan een paal vastgebonden. Een boogschutter probeert hem te executeren, maar de pijlen ketsen gewoon op zijn lichaam af. Eén pijl is zelfs in het oog gevlogen van de slechte heidense koning die het bevel had gegeven tot de executie van Christoforus. Dit is een van de meest dramatische en best geconserveerde delen van de fresco’s. Toen pogingen om de heilige door middel van het ‘vuurpeleton’ om het leven te brengen waren mislukt, werd Christoforus onthoofd. Het rechter gedeelte van de voorstelling toont hoe het onthoofde lichaam door de straten wordt gesleept. Het hoofd zelf is niet langer zichtbaar.

Bij de bespreking van de kunst in deze bijdrage heb ik veel gebruik gemaakt van Davide Banzato, ‘Giotto en de 14de-eeuwse schilderkunst in Padua’ en van Franca Pellegrini, ‘De beeldhouwkunst in Padua in de 14de eeuw’. Informatie over de kerk kwam van deze website en uit mijn Trotter reisgids.

Noot

[1] Vergelijk de scènes over het leven van Sint Filippus met die in de Cappella Filippo Strozzi in de Santa Maria Novella in Florence.

Update 3 september 2022: tekst en afbeeldingen zijn bijgewerkt.

5 Comments:

  1. Pingback:Padova: Musei Civici Eremitani – – Corvinus –

  2. Pingback:Brescia: De Duomo Vecchio – – Corvinus –

  3. Pingback:Padova: Eremitani – – Corvinus –

  4. Pingback:Padova: Cappella degli Scrovegni – – Corvinus –

  5. Pingback:Padova: Cappella della Reggia Carrarese – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.