De mozaïeken van Ostia

Mozaïek van de provincies.

Tussen de ruïnes van het oude Ostia zijn nog vele prachtige mozaïeken te vinden. Eerder heb ik al de mozaïeken in het mithraeum van Felicissimus besproken, die niet alleen mooi zijn, maar ook het nodige vertellen over de mysteriecultus van Mithras. Ook in de vele verschillende badencomplexen van Ostia vinden we mozaïeken die zeer de moeite waard zijn. In deze bijdrage wil ik enkele van mijn persoonlijke favorieten langslopen. Ik begin met een mozaïek uit de zogenaamde baden van de provincies. Dit was een badencomplex uit de tijd van keizer Nero (54-68). De vorige keizer, Claudius (41-54), had ten noorden van Ostia een nieuwe haven laten aanleggen, Portus. Anders dan in Ostia konden daar grote graanschepen veilig aanleggen tussen de honderden meters lange pieren. Later werd de haven van Portus nog uitgebreid door keizer Trajanus (98-117).

Het badencomplex uit de tijd van Nero is helaas niet bewaard gebleven: al tijdens de regering van keizer Domitianus (81-96) werd dit gedeelte van Ostia grondig verbouwd en met ca. een meter opgehoogd. Dit verklaart ook waarom we maar een deel van het mozaïek kunnen zien. De randen ervan liggen verborgen onder de grond. Het mozaïek toont ons schilden, speren en geometrische patronen. In het midden dartelen vier dolfijnen, terwijl de vier figuren daarboven en daaronder naar de vier winden en vier Romeinse provincies verwijzen. Dat zijn achtereenvolgens Africa, Egypte, Sicilië en Spanje. De eerste drie provincies golden als graanschuur van het Romeinse Rijk. Voordat Claudius zijn nieuwe haven bouwde, moesten graanschepen uit deze provincies vaak aanleggen bij Puteoli in Campanië, dat over een veel betere haven beschikte dan Ostia. Het graan werd in Puteoli in kleinere schepen overgeladen en vervolgens naar Ostia gebracht. De bouw van Portus maakte overigens niet direct een einde aan deze handelwijze. De apostel Paulus reisde begin 61 op een schip uit het Egyptische Alexandrië naar Italië. Hij werd in Puteoli afgezet en moest van daaruit naar Rome lopen (Handelingen 28:13-14). Waarom de schipper niet verder voer naar Portus, is niet bekend.

Een volgende mozaïek ligt in de vestibule van het Huis van de Vissen. In een witte kelk zwemt een groene vis, en naast de kelk zien we nog twee rode vissen. Het mozaïek, dat van de derde eeuw dateert, is wel in verband gebracht met het christendom. Het Griekse woord voor vis is immers ΙΧΘΥC (ichthus), en dat is tevens een afkorting voor Ἰησοῦς Χριστός, Θεοῦ Υἱός, Σωτήρ, oftwel “Jezus Christus, Zoon van God, de Heiland”. De connectie is dus logisch, maar valt tegelijkertijd niet te bewijzen, mede omdat er geen (religieuze) teksten bij de afbeelding zijn geplaatst. Ik heb wel eens overtuigendere voorbeelden van christelijke mozaïeken gezien, bijvoorbeeld in een huis in Kourion op Cyprus.

Huis van de Vissen.

Wie de decumanus maximus volgt, de straat die van oost naar west door Ostia liep, komt bij de Porta Marina bij een kroeg (caupona) uit de derde eeuw. Deze heeft een mooi vloermozaïek waarvan vanaf de straat helaas maar een gedeelte goed zichtbaar is. Op dat gedeelte zien we twee vechtsporters. Het zijn geen boksers, maar beoefenaren van het pankration. Bij deze vechtsport was in principe alles toegestaan, behalve bijten en de tegenstander de ogen uitsteken. Slaan, schoppen, vastgrijpen, wurgen en dergelijke hoorden echter allemaal bij het spelletje. De namen van de vechtsporters zijn boven hen weergegeven: Alexander en Helix. Het is zeer goed mogelijk dat het om bestaande vechtsporters uit de eerste helft van de derde eeuw ging.

Alexander vs. Helix.

Tegenover de kroeg van Alexander en Helix stond het zogenaamde Huis van het Nymphaeum. Dit heeft geen klassieke mozaïekvloer, maar wel een vloer in opus sectile van hoge kwaliteit. Bij opus sectile gaat het om op maat gezaagde stukken marmer waarmee patronen kunnen worden gelegd. In het huis zien we onder meer Salomonsknopen.

Huis van het Nymphaeum.

Vloer van het Huis van het Nymphaeum.

Nog indrukwekkender is het Huis van de Dioscuri achter het Huis van het Nymphaeum. Met de Dioscuri wordt gedoeld op de tweelingbroers Castor en Pollux. In Rome hadden de broers een belangrijke tempel op het Forum Romanum. Deze was gebouwd nadat Castor en Pollux de Romeinen in de vroege vijfde eeuw zouden hebben geholpen de Latijnse Bond te verslaan bij het Meer van Regillus. De broers golden als uitstekende ruiters, en op het Capitool staan tegenwoordig standbeelden van de Dioscuri met hun paarden. In Ostia en in andere havensteden golden Castor en Pollux echter vooral als beschermers van de zeelieden. Ostia ging zelfs zo ver dat het elk jaar op 27 januari een festival voor de broers organiseerde.[1] Het Alexandrijnse schip dat de apostel Paulus naar Puteoli bracht (zie hiervoor), had de Dioscuri als boegbeeld (Handelingen 28:11).

Castor en Pollux.

Gelet op de verering van Castor en Pollux in Ostia hoeft het geen verbazing te wekken dat we ze terugvinden op een mozaïek in de ontvangstruimte van het Huis van de Dioscuri. Het mozaïek dateert van de vroege vijfde eeuw, en dat is wel verrassend. Het christendom was toen al staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk en de andere culten waren formeel verboden. De cultus van de Dioscuri lijkt echter in Ostia nog wel enkele decennia te zijn voortgezet. Dit tot ongenoegen van Paus Gelasius I (492-496), die verklaarde dat de cultus de zeevaart weinig goeds (maria minime) had gebracht.[2] Ook in Rome lijkt de populariteit van Castor en Pollux maar mondjesmaat te zijn afgenomen. Paus Felix IV (526-530) liet in de zesde eeuw op het Forum Romanum een kerk bouwen voor de christelijke tweelingbroers Cosmas en Damianus. De kerk is wel geïnterpreteerd als het christelijke antwoord op de cultus van Castor en Pollux, van wie de tempel op een steenworp afstand op hetzelfde Forum Romanum stond.

Huis van Bacchus en Ariadne.

We vervolgen onze wandeling naar het Huis van Bacchus en Ariadne, dat werd gebouwd tijdens de regering van keizer Hadrianus (117-138). Ook de vloermozaïeken in het huis dateren van deze tijd. Die van de eetkamer en de ontvangstruimte zijn van hoge kwaliteit. Op het mozaïek in de eetkamer zien we een Medusahoofd in het midden en verder gevleugelde figuren, wijnranken en vogels. Het mozaïek in de ontvangstruimte is veel groter en heeft een centrale voorstelling op twee niveaus. Bovenin zijn Bacchus en Ariadne afgebeeld, naar wie het huis is vernoemd. Ariadne trouwde met Bacchus (of Dionysus), de god van de wijn, nadat de Atheense held Theseus haar niet zo heldhaftig in de steek had gelaten op het eiland Naxos. Onder hen worstelt Amor/Cupido/Eros met Pan. De figuren rechts zijn twee Silenen, van wie er een als scheidsrechter optreedt. Op het tafeltje in het midden ligt een lauwerkrans voor de winnaar.

Huis van Bacchus en Ariadne.

Amor/Cupido/Eros keert terug in het naar hem vernoemde Huis van Amor en Psyche. In dit huis valt vooral de prachtige vloer in opus sectile (zie hiervoor) op. Het verhaal van Amor en Psyche is, heel kort samengevat, dat van de onbedoelde liefde tussen een onsterfelijke god en een beeldschone sterfelijke vrouw. De grote schilder Rafaël (1483-1520) vereeuwigde het in prachtige fresco’s in de Villa Farnesina in Rome. In een van de kamers van het huis werd een beeldje van de twee hartstochtelijk zoenende geliefden gevonden. Dit is thans vervangen door een gipsen kopie. Het origineel staat in het Museo Ostiense degli Scavi di Ostia Antica.

Huis van Amor en Psyche.

Amor en Psyche (beeldje uit de vierde eeuw).

Ten slotte kom ik bij de Hal van de Graanmeters (mensores frumentarii). Op een groot mozaïek in dit gebouw, gelegd in de derde eeuw en uitgevoerd in zwart-wit met een enkel blauw steentje, zien we zes figuren. Een uitgebreide toelichting op het mozaïek is te vinden op de prachtige website Ostia Antica. Zeer interessant is de kleine figuur in het midden. Hij houdt een instrument vast dat werd gebruikt om graanzakken te tellen. Het instrument is ook te zien op een fresco uit ca. 200-250, waarop het schip de Isis Giminia is afgebeeld en dat zich thans in de Vaticaanse Musea bevindt. Naast de kleine figuur staat de mensor. Hij heeft zijn linkerhand boven een groot vat waarin graan is gestort om het te kunnen meten. In zijn rechterhand houdt hij een rutellum vast, een stok of lat waarmee het graan werd gladgestreken. Boven de zes figuren is een tekst aangebracht, die zo beschadigd is dat de precieze betekenis ervan ons helaas ontgaat. De Hal van de Graanmeters en het bijbehorende mozaïek maken ons duidelijk dat Ostia van levensbelang was voor de graanvoorziening van Rome. Al konden de grote graanschepen alleen aanleggen in het beter gesitueerde Portus, vanuit Ostia zelf vertrokken nog genoeg kleinere schepen over de rivier de Tiber richting de hoofdstad, waar in de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk zeker een miljoen hongerige monden te voeden waren.

Hal van de Graanmeters.

Fresco met de Isis Giminia.

Noten

[1] Fik Meijer, Paulus, p. 316.

[2] Idem.

2 Comments:

  1. Pingback:The mosaics of Ostia – – Corvinus –

  2. Pingback:Trieste: sporen uit de Oudheid – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.