De kerk van Sant’Ambrogio staat aan een gezellig pleintje met cafés en terrassen. Op de mooie avond dat ik er voor het eerst langs liep, zaten veel mensen buiten op de bankjes en de treden van de kerk. Ook speelde er een band, die van het aanwezige publiek helaas een wat lauwe ontvangst kreeg. Om de sfeer er een beetje in te krijgen, moesten de bandleden op een gegeven moment zelfs voor zichzelf applaudisseren. De kerk was dicht die avond, maar ik nam me voor haar zeker te bezoeken, in elk geval vanwege het prachtige fresco van Cosimo Rosselli (1439-1507) over het wonder dat zich bijna 800 jaar geleden in de kerk zou hebben afgespeeld.
Geschiedenis
De Sant’Ambrogio is uiteraard gewijd aan Sint Ambrosius (ca. 340-397), de beroemde bisschop van Milaan in het laatste kwart van de vierde eeuw. Volgens de overlevering zou Ambrosius in het jaar 393 of 394 het Romeinse Florence (Florentia) hebben bezocht en toen tussen Pasen en augustus op de plek hebben verbleven waar nu de kerk staat. Die plek lag toen overigens ver buiten de stad, en dat zou nog zo’n duizend jaar zo blijven. Het is niet precies bekend wanneer de kerk is gebouwd. Misschien was dit al in de zevende eeuw, maar haar eerste vermelding dateert van 988. Op 30 december 1230 vond volgens de overlevering een wonder plaats in de kerk. De oude priester Uguccione had een miskelk niet goed schoongemaakt, waardoor er enkele druppels wijn in achtergebleven waren. Die bleken de volgende dag in bloed te zijn veranderd. Dit bloed werd in een kristallen flesje gegoten, en het kostbare relikwie wordt nog altijd in de kerk bewaard, in een tabernakel van Mino da Fiesole (ca. 1429-1484). Dankzij de Miraculeuze Miskelk nam de populariteit van de Sant’Ambrogio flink toe.
Om de toestroom van mensen te kunnen accommoderen werd de kerk eind dertiende eeuw uitgebreid en verbouwd in Gotische stijl. In de veertiende en vijftiende eeuw werd de kerk verfraaid met kunstwerken, waarvan er vele nog steeds te zien zijn en andere naar musea zijn verplaatst. Tot de verdwenen werken behoort een coproductie van Masolino en Masaccio uit ca. 1424-1425. Deze paneelschildering van de Madonna met het Kind en Sint Anna (moeder van de Maagd) bevindt zich thans in de Uffizi.[1] Hetzelfde geldt voor de Kroning van de Maagd (1441-1447) van Filippo Lippi en de Pala di Sant’Ambrogio (ca. 1470) van Sandro Botticelli. Aan het einde van de eeuw (1481-1483) vervaardigde de al genoemde Mino da Fiesole het tabernakel voor de kapel links van het hoogaltaar. De beeldhouwer stierf kort na de voltooiing ervan en werd in de Sant’Ambrogio begraven. Dat geldt ook voor andere beroemde Florentijnen, bijvoorbeeld Leonardo’s leermeester Andrea del Verrocchio (1435-1488) en Simone del Pollaiuolo (1457-1508), bijgenaamd “Il Cronaca” (zie Florence: San Salvatore al Monte).
In de zestiende eeuw werden aan weerszijden van de kerk de altaren met de bogen gecreëerd die het interieur van de Sant’Ambrogio een zekere stilistische eenheid geven. Veel fresco’s uit de veertiende eeuw verdwenen bij deze ingreep achter een laag pleisterwerk. In 1716 werkte de architect Giovanni Battista Foggini (1652-1725) aan de apsis van de kerk, die werd verbouwd in de stijl van de Barok. Van Foggini zijn ook de triomfboog en het hoogaltaar. De nogal saaie Neogotische gevel van de Sant’Ambrogio dateert van 1880. Op een verweerd fresco boven de ingang na zijn er geen decoraties te bespeuren. Na de beruchte overstroming van 1966 werd een poging gedaan de kerk wat van haar oorspronkelijke middeleeuws-Gotische voorkomen terug te geven. Bij deze gelegenheid werden verschillende in de zestiende eeuw verdwenen laatmiddeleeuwse fresco’s weer tevoorschijn gehaald.
Bezienswaardigheden
De Sant’Ambrogio is een eenbeukige kerk, hetgeen resulteert in een grote open ruimte. De kapellen aan beide kanten zijn feitelijk niet meer dan altaren. Aan weerszijden van het hoogaltaar bevinden zich de twee echte kapellen, waarvan de linker bekendstaat als de Kapel van het Wonder van het Sacrament (Cappella del Miracolo del Sacramento). Hier bevindt zich in het tabernakel van Mino da Fiesole het flesje met het Heilige Bloed en hier schilderde Cosimo Rosselli in 1484-1486 op de linkerwand zijn prachtige Mirakel van de Miskelk (Miracolo del Calice).
Het tabernakel is fraai gedecoreerd. Op het onderste gedeelte zien we hoe de priester Uguccione het kristallen flesje met het bloed overhandigt aan de abdis van de Benedictijner nonnen die destijds in het klooster naast de kerk resideerden. In het middelste gedeelte wordt het relikwie bewaard achter een metalen deurtje. Daaromheen zien we de heiligen Ambrosius en Benedictus, de heiligen die een nauwe relatie met de kerk en het klooster hadden. Boven het deurtje is de duif van de Heilige Geest afgebeeld, eronder een miskelk ondersteund door twee engelen. Uit de kelk rijst een zegenende Christus op. Onder de linker engel plaatste Mino zijn handtekening, OPVS MINI (“werk van Mino”). Op het bovenste gedeelte van het tabernakel geeft God de Vader zijn zegen. Ooit moet het tabernakel verguld zijn geweest, maar van het verguldsel is weinig bewaard gebleven.[2]
De fresco’s op de muur achter het tabernakel en op het gewelf zijn het werk van Cosimo Rosselli, maar zijn meesterwerk is toch wel het fresco op de linkerwand. Het onderwerp is als gezegd het Mirakel van de Miskelk, en helemaal rechts zien we hoe een geestelijke het kristallen flesje vasthoudt terwijl hij omringd wordt door Benedictijner nonnen en knielende mannen. De scène speelt zich duidelijk af op het bordes voor de kerk en op het pleintje ervoor. De schilder voegde een aantal prachtige details toe aan zijn werk. Let bijvoorbeeld op de kat op de vensterbank van het raam linksboven: het beest loert op een vogel. Op de achtergrond zien we de groene Florentijnse heuvels en op de voorgrond loopt een meisje met twee kinderen dat de bezoeker aankijkt. Zij is waarschijnlijk geen bestaande persoon. Dat geldt wel voor de man met het zwarte hoofddeksel uiterst links: dat is Cosimo Rosselli zelf. Rechts van hem staat een groepje van drie mannen. Het zijn de humanistische filosofen Marsilio Ficino (1433-1499) en Pico della Mirandola (1463-1494) en de dichter Poliziano (1454-1494). Het fresco werd in 2016 gerestaureerd en verkeert daardoor weer in uitstekende staat.
In de kapel rechts van het hoogaltaar hangt een drieluik dat wordt toegeschreven aan Lorenzo di Bicci (ca. 1350-1427). De Madonna en het Kind in het midden worden geflankeerd door de tweelingbroers Cosmas en Damianus. De vier heiligen op de zijpanelen zijn moeilijk te identificeren, en deze website schrijft het drieluik zelfs toe aan Bicci di Lorenzo (1373-1452), de zoon van Lorenzo di Bicci. Het drieluik is niet het enige werk in de Sant’Ambrogio waarvan de toeschrijving kennelijk onzeker is. In de boog van het tweede altaar aan de rechterzijde zien we een fresco van de voedende Madonna, de Madonna del Latte, uit ca. 1365-1370. De Madonna wordt geflankeerd door Johannes de Doper en Bartholomeus. Toeschrijvingen variëren van de school van Andrea Orcagna (ca. 1310-1368) tot Agnolo Gaddi (ca. 1350-1396), maar het informatiebordje in de kerk houdt het nu op de Maestro della Cappella Rinuccini. De Cappella Rinuccini bevindt zich in de sacristie van de Santa Croce in Florence, en de anonieme Maestro is vermoedelijk gelijk te stellen aan Matteo di Pacino. Onder het fresco van de Madonna del Latte, om precies te zijn onder Bartholomeus, zien we nog een klein stukje van een ouder fresco (ca. 1320-1330). Het betreft een afbeelding van Sint Ambrosius, met als bijschrift SANTO AMBROGIO.
Ook interessant is een groot losgemaakt fresco dat aan het begin van de rechterwand is opgehangen. Het fresco stelt een Kruisafneming voor, en de schilder was Niccolò di Pietro Gerini (gestorven ca. 1415). De sinopia van het werk is ook bewaard gebleven. Eveneens aan de rechterwand hangt een paneelschildering van Giovanni di Bartolomeo Cristiani (ca. 1340-1398). Op het paneel zijn de Madonna en het Kind afgebeeld samen met Sint Antonius-Abt en Sint Jakobus de Meerdere. De laatstgenoemde introduceert een man in een duur uitziende rode mantel met hermelijnen zoom, evident de sponsor van het werk. Helaas heb ik zijn identiteit niet kunnen achterhalen. Aan de linkerwand (naast de kopie van Masolino en Masaccio) vinden we ten slotte nog een verweerd fresco van het martelaarschap van Sint Sebastiaan. Het wordt toegeschreven aan Pietro di Miniato (ca. 1366-1430) en werd in 1888 herontdekt.
Meer lezen: The Churches of Florence – East en Chiesa di Sant’Ambrogio (Firenze) – Wikipedia
Noten
[1] Aan de linkerwand van de kerk vindt men een kopie.
[2] Wie een idee wil krijgen van hoe het tabernakel er vroeger uitgezien moet hebben, kan de kerk van Santa Maria in Trastevere in Rome bezoeken. Dat heeft een verguld kastje voor heilige olie, eveneens een OPVS MINI.
Pingback:Florence: Sant’Ambrogio – – Corvinus –