Palermo: Palazzo dei Normanni

Het Palazzo dei Normanni, met rechts de Torre Pisana.

Het Palazzo dei Normanni is het koninklijk paleis van Palermo. De naam ‘paleis van de Normandiërs’ dateert van de twintigste eeuw. Het is een naam die weliswaar niet onjuist is – het gebouw was inderdaad een residentie van de Normandische koningen van Sicilië – maar wel miskent dat vele andere beschavingen hier hun sporen hebben achtergelaten. Wie het paleis eens goed bekijkt, ziet een complex dat qua stijl weinig harmonieus is. John Julius Norwich omschreef het als “an architectural hotch-potch which fails to impose any overriding personality”.[1] Het noordelijke gedeelte, inclusief de stadspoort die Porta Nuova wordt genoemd, kunt u niet bezoeken, want dit is in gebruik bij het Italiaanse leger. Veel van de overige ruimtes in het complex zijn wel voor het publiek opengesteld. Het hoogtepunt is zonder meer de Cappella Palatina, de koninklijke kapel gebouwd door de Normandisch-Siciliaanse koning Rogier II (1130-1154). De kapel verdient een eigen bijdrage; in deze bijdrage sta ik stil bij de overige bezienswaardigheden van het complex, dat op de UNESCO-lijst van werelderfgoed staat.

Oudheid

Palermo is van oorsprong een Fenicische nederzetting. In de achtste eeuw voor onze jaartelling werd de stad gesticht door Fenicische kolonisten die haar Ziz (‘bloem’) noemden. Griekse kolonisten die hun eigen steden stichtten op Sicilië hadden een andere naam voor Ziz: zij spraken van Panormos, wat ‘volledige haven’ betekent en suggereert dat schepen hier veilig konden aanmeren. Uniek was die naam zeker niet. Zo was er ook een Panormos op het Griekse eiland Samos. De Fenicische steden op Sicilië werden uiteindelijk verenigd onder het gezag van het eveneens Fenicische Carthago in Noord-Afrika. Carthagers en Grieken streden vervolgens eeuwenlang om de macht op het eiland, waarbij nu eens de eerstgenoemden en dan weer de laatstgenoemden de overhand hadden. In de derde eeuw BCE kwam er een derde speler op het toneel: Rome. De Romeinen beheersten inmiddels het Italiaanse schiereiland van de rivier de Arno in het noorden tot aan de Straat van Messina in het zuiden. In 264 BCE intervenieerden zowel Rome als Carthago op Sicilië, hetgeen tot het conflict leidde dat we kennen onder de naam Eerste Punische Oorlog (264-241 BCE).

Punische muren van Panormus, vierde eeuw BCE.

Een Romeins leger slaagde er in 254 BCE in Panormos te veroveren. Volgens de geschiedschrijver Polybius namen de Romeinse soldaten eerst het laaggelegen deel van de stad in en hongerden ze vervolgens de verdedigers in de citadel uit. De citadel van de Fenicische stad moet ongeveer op de plek van het Palazzo dei Normanni hebben gestaan en tot het oudste gedeelte van Ziz hebben behoord. In het souterrain van het complex zijn overblijfselen van Fenicische muren en een zogenaamde poterne (secundaire poort) te zien. Beide dateren van de vierde eeuw BCE. In het souterrain zijn tevens archeologische vondsten te bewonderen, het resultaat van opgravingen in de tweede helft van de twintigste eeuw.

Panormos kreeg na de Romeinse verovering de vrijwel gelijkluidende Latijnse naam Panormus (met een ‘u’ in plaats van een ‘o’). De stad bleef meer dan zeven eeuwen in Romeinse handen, maar lijkt in de Romeinse tijd geen grote rol te hebben gespeeld. In 468 werd Sicilië veroverd door de Vandalen, die het eiland in 476 verkochten aan Odoaker, de Germaanse legeraanvoerder die de laatste West-Romeinse keizer had afgezet. Odoaker werd op zijn beurt in een oorlog tegen de Ostrogoten verslagen door Theoderik, waarna Sicilië in 493 bij het Italiaanse koninkrijk van de laatstgenoemde werd gevoegd. Na de dood van de grote koning in 526 viel dat koninkrijk al snel uiteen. In 535 veroverde de beroemde Oost-Romeinse of Byzantijnse generaal Belisarius Sicilië, waarbij hij alleen in Panormus op verzet stuitte. Het eiland was vervolgens enkele eeuwen onderdeel van het Byzantijnse Rijk, maar in de negende eeuw werd het veroverd door de islamitische Aghlabiden uit Noord-Afrika. Deze namen in 831 Panormus in, dat in het Arabisch als Balarm bekend kwam te staan.

Het Palazzo dei Normanni.

Moslims, Normandiërs en Hohenstaufen

Op de plek van het Palazzo dei Normanni verrees een paleis waarin de Aghlabidische gouverneur van de stad zetelde. Dit was zeker niet het enige paleis in Balarm. Bij de zee stond het Castello a Mare en ten zuidoosten van de stad kon de gouverneur beschikken over het Castello di Maredolce. Van beide bouwwerken zijn de overblijfselen nog te bekijken.

De Aghlabiden maakten in de tiende eeuw plaats voor de Fatimiden, die op hun beurt in 948 de macht op het eiland moesten laten aan de dynastie van de Kalbiden. Onder hen viel islamitisch Sicilië uiteen in elkaar bevechtende emiraatjes. Dit vergemakkelijkte de Normandische verovering van het eiland tussen 1061 en 1091. Hoofdrolspelers in deze verovering waren de broers Robert Guiscard (1015-1085) en Rogier de Hauteville (ca. 1031-1101). Een eerste Normandische aanval op Balarm in 1063 leidde nog niet tot inname van de stad, maar in 1071 was het Normandische leger terug voor de muren. Op 5 januari van het volgende jaar openden de broers de aanval en al snel liepen hun troepen het lager gelegen gedeelte van de stad, bekend als Al Khalesa (nu La Kalsa) onder de voet. Vijf dagen later gaven ook de verdedigers van het hoger gelegen Al Qasr (‘het fort’) zich over. Palermo – zoals we de stad vanaf nu zullen noemen – was in Normandische handen.

Het Palazzo dei Normanni, bezien vanaf de kathedraal.

Maqueda-binnenplaats.

Robert Guiscard was in 1059 door Paus Nicolaas II erkend als hertog van Apulië, Calabrië en Sicilië, zelfs nog voordat hij ooit voet op het eiland had gezet. Als hertog benoemde hij zijn broer Rogier tot grootgraaf. Het was Rogier die de verovering van Sicilië mocht voltooien, en het was Rogier die zich aan de verbouwing van de islamitische paleizen mocht zetten. De grootgraaf wijdde zich dus mede aan het complex dat we als het Palazzo dei Normanni kennen en liet daar onder meer een toren voor bouwen, de inmiddels afgebroken Griekse Toren. Zijn zoon Rogier II, die in 1130 tot koning van Sicilië werd gekroond, maakte van Palermo definitief de Normandische hoofdstad. Hij was verantwoordelijk voor de bouw van de naar hem genoemde Sala di Ruggero, de Cappella Palatina en de nog steeds bestaande Joharia-toren. Ook de Pisaanse Toren is waarschijnlijk een werk van Rogier. Zijn zoon Willem I (1154-1166) en kleinzoon Willem II (1166-1189) breidden eveneens het paleis uit, onder meer met de Chirimbi-toren, die in de zestiende eeuw werd afgebroken. In maart van 1161 werd er een coup tegen Willem I gepleegd waarbij de koning zelf, zijn vrouw Margaretha van Navarra en zijn kinderen in het koninklijk paleis werden vastgehouden. De coup mislukte uiteindelijk, maar het paleis werd grondig geplunderd.

Koning Willem II stierf in 1189 kinderloos, waarna een strijd om de macht op het eiland losbarstte. Drie facties namen het hierbij tegen elkaar op. De eerste factie stond onder leiding van Constance, een postume dochter van koning Rogier II. Zij was getrouwd met de Duitse keizer Hendrik VI en werd gesteund door de machtige aartsbisschop van Palermo, de Engelsman Walter of the Mill. Een tweede factie stond onder aanvoering van Rogier van Andria, een edelman die de steun had van de meeste Normandische baronnen op het vasteland. Ten slotte was er nog Tancred van Lecce, een (buitenechtelijke) kleinzoon van Rogier II, die werd gesteund door de kanselier Matteo van Ajello en door Paus Clemens III (1187-1191). Het conflict duurde vijf jaar, en in 1194 werd het pleit beslecht ten gunste van Constance en Hendrik VI. De laatstgenoemde werd de nieuwe koning van Sicilië, waarmee de periode van de Hohenstaufen begint. Hendrik (gestorven in 1197), zijn beroemde zoon Frederik II (1194-1250) en diens opvolgers resideerden nog in het Palazzo dei Normanni, maar toen de dynastie van de Hohenstaufen ten einde kwam, raakte het paleis in verval.

Aragon, Spanje en Italië

Vergaderzaal van het Siciliaanse regionale parlement (Assemblea regionale siciliana).

Frederiks kleinzoon Konradijn werd in 1268 verslagen en gedood door Karel van Anjou, de jongere broer van de Franse koning Lodewijk IX. Karel nam vervolgens de macht over op Sicilië, al resideerde hij liever in Napels en bezocht hij het eiland maar één keer. In 1282 zag hij zich geconfronteerd met een volksopstand die de geschiedenis is ingegaan als de Siciliaanse Vespers. De rebellen vroegen en kregen steun van koning Peter III van Aragon, die was getrouwd met Constance II van Sicilië. Zij was de dochter van Manfred, een buitenechtelijke zoon van Frederik II en de stichter van de stad Manfredonia in Apulië. De oorlog tussen Aragon en Anjou werd in 1302 voorlopig beëindigd met het verdrag van Caltabellotta, waarna er definitief ‘twee Siciliën’ waren, het koninkrijk op het eiland Sicilië zelf en het koninkrijk in Zuid-Italië met Napels als hoofdstad. In 1442 werd Alfonso V van Aragon naast koning van Sicilië ook koning van Napels, maar bij zijn dood in 1458 werd het koninkrijk weer gesplitst. Deze situatie duurde tot 1504. Aragon en Castilië waren inmiddels verenigd in een personele unie, zodat we vanaf nu van de Spaanse (en van de Habsburgse) periode kunnen spreken. Sicilië en Napels behoorden beide tot de Kroon van Aragon en stonden onder het gezag van dezelfde, maar doorgaans anders genummerde vorst. Keizer Karel V was bijvoorbeeld Karel I van Spanje, Karel IV van Napels en Karel II van Sicilië. Niemand heeft gezegd dat geschiedenis eenvoudig was…

De koningen van Aragon woonden niet meer in het Palazzo dei Normanni. Zij gaven de voorkeur aan het Hosterium Magnum (‘Steri’), tegenwoordig het Palazzo Chiaramonte. Het koninklijk paleis raakte daardoor in verval. Betere tijden braken aan in de tweede helft van de zestiende eeuw, toen de Spaanse onderkoningen van Sicilië zich in het paleis vestigden. De lange façade aan de Piazza del Parlamento dateert bijvoorbeeld van 1616. Sicilië kwam in 1713 in handen van het Huis van Savoye, werd in 1720 Oostenrijks, maar keerde in 1735 terug onder Spaans gezag, al was dat nu onder het Huis van Bourbon. Koning Ferdinand IV van Napels, die in 1759 op de troon kwam, was tevens koning Ferdinand III van Sicilië. Hoewel hij liever in Napels resideerde, moest hij noodgedwongen veel tijd in Palermo doorbrengen vanwege de Franse bezetting van Napels. Voor het Palazzo dei Normanni betekende zijn aanwezigheid een nieuwe bloeitijd. Het gebouw raakte zijn functie als koninklijk paleis kwijt in 1861, toen Sicilië bij Italië kwam. Het paleis werd tijdens de revolutiejaren 1848 en 1866 geplunderd, waarbij gelukkig de Cappella Palatina gespaard bleef. In de jaren 1930 vonden er restauraties plaats onder leiding van de architect Francesco Valenti (1868-1953). In 1943 nam de Amerikaanse generaal Patton zijn intrek in het Palazzo dei Normanni en sinds 1947 is het paleis de zetel van het Siciliaanse regionale parlement (Assemblea regionale siciliana).

Teatro marmoreo met koning Filips IV van Spanje.

Een tour door het Palazzo dei Normanni

Een bezoek aan het paleis begint op het grote plein ervoor, de Piazza del Parlamento. Hier staat een opvallend monument uit 1662 dat het Teatro Marmoreo wordt genoemd. Centrale figuur van het monument is koning Filips IV van Spanje (1621-1665), die tevens Filips III van Napels, Sicilië en – jawel – Portugal was. Zijn bijnaam was il Re Pianeta (‘koning Planeet’), vanwege de enorme omvang van het Spaanse imperium. De vier beelden onder de koning vertegenwoordigen dan ook de werelddelen Europa, Amerika, Afrika en Azië.

Na de kaartcontrole en de veiligheidscheck betreedt de bezoeker een van de twee binnenplaatsen van het paleis, de Maqueda-binnenplaats. Van hieruit kan het Palazzo dei Normanni verder verkend worden. In de Sala Duca di Montalto worden tijdelijke tentoonstellingen gehouden en deze zaal geeft ook toegang tot de archeologische opgravingen onder het complex die ik hierboven reeds heb genoemd. Ten noorden van de binnenplaats bevinden zich de Cappella Palatina en de Sala d’Ercole, waarin het Siciliaanse regionale parlement zijn vergaderingen houdt. De zaal (afbeelding hierboven) is beroemd vanwege de fresco’s over het leven van Hercules die Giuseppe Velasco (1750-1827) hier in 1799 schilderde in opdracht van de genoemde Ferdinand IV/III (die overigens in 1816 simpelweg Ferdinand I van de Twee Siciliën werd). Op het plafond prijkt het indrukwekkende fresco met de apotheose van de Griekse held (afbeelding hieronder). Bezoekers mogen de vergaderzaal niet zomaar betreden, maar deze kan doorgaans wel door een van de openstaande deuren bewonderd worden.

Sala d’Ercole, Apotheose van Hercules door Giuseppe Velasco.

Interieur van de Torre Pisana.

Van de vier oorspronkelijke torens van het paleis zijn er twee al in de zestiende eeuw afgebroken, de al genoemde Griekse toren (Torre Greca) en de Chirimbi-toren (Torre Chirimbi). De Joharia-toren (Torre Joharia) staat nog wel overeind en deze is onderdeel van de bezoekersroute. De naam van de toren is afgeleid van het Arabische yawhariyya, wat ‘kostbaar’ of ‘met juwelen bezet’ betekent. In deze toren waren de textielateliers van de Normandische koningen van Sicilië gevestigd, beter bekend als de tiraz. Van alle pracht en praal van de Middeleeuwen is ondertussen weinig meer over. Ook de Pisaanse toren (Torre Pisana) is niet echt indrukwekkend. De toren dateert waarschijnlijk van de regering van Rogier II, die voor de bouw gebruikmaakte van werklieden uit Pisa, hetgeen de naam van het bouwwerk verklaart. De alternatieve naam van de toren is Torre Santa Ninfa, waarbij Ninfa (of Nympha) een lokale martelares en een van de beschermheiligen van Palermo is. De toren vormde in de tijd van de Normandische koningen en de tijd van de Hohenstaufen de centrale donjon van het complex. Ook was er de troonzaal gevestigd, waarvan de wanden geheel met mozaïeken bedekt waren. Daarvan zijn helaas alleen wat schamele fragmenten bewaard gebleven.

Gelukkig is er dan nog de Sala di Ruggero, die samen met de Cappella Palatina het ware hoogtepunt van het koninklijk paleis vormt. Zoals de naam van het vertrek al aangeeft, werd dit gebouwd in opdracht van koning Rogier II. De schitterende decoraties werden echter gemaakt (maar wellicht nog niet voltooid) tijdens de regering van zijn zoon Willem I, bijgenaamd ‘de Slechte’ (1154-1166). De lagere gedeelten van de wanden zijn bedekt met marmer en rondom de deuren zien we mooie Cosmatenversieringen. Echt spectaculair zijn vervolgens de wandmozaïeken. Deze zijn gemaakt in Perzische stijl en bevatten voorstellingen van de koninklijke landgoederen buiten de stad waarop onder meer jachtpartijen werden gehouden. We zien jachtluipaarden, centauren, herten, jagers met pijl en boog, honden, leeuwen, pauwen en verschillende andere vogels. Soortgelijke mozaïeken treffen we aan in La Zisa, het paleis dat koning Willem I buiten Palermo liet bouwen. De plafondmozaïeken zijn iets jonger dan de wandmozaïeken. Deze werden gemaakt tijdens de regering van Frederik II, waarbij de gekroonde adelaar waarschijnlijk verwijst naar de Hohenstaufen.

Sala di Ruggero.

Sala di Ruggero.

Sala di Ruggero.

Sala di Ruggero.

Met een kaartje voor het Palazzo dei Normanni kunnen bezoekers ook de koninklijke tuinen achter het paleis betreden. Het is hier aangenaam rustig rondwandelen tussen de bijzondere bomen en planten. De drukte van het grote Palermo is dan even ver weg.

Koninklijke tuinen van het Palazzo dei Normanni.

Bronnen

  • Capitool reisgids Sicilië (2019), p. 68;
  • Informatieborden in het paleis;
  • John Julius Norwich, Sicily;
  • John Julius Norwich, The Kingdom in the Sun, p. 73 en p. 241-242;
  • Palazzo dei Normanni – Wikipedia

Noot

[1] John Julius Norwich, The Kingdom in the Sun, p. 73.

8 Comments:

  1. Pingback:Palermo: La Zisa – – Corvinus –

  2. Pingback:De kathedraal van Monreale (deel 1): geschiedenis en exterieur – – Corvinus –

  3. Pingback:Palermo: San Cataldo – – Corvinus –

  4. Pingback:Palermo: San Giovanni degli Eremiti – – Corvinus –

  5. Pingback:Palermo: De Duomo – – Corvinus –

  6. Pingback:Palermo: Cappella Palatina – – Corvinus –

  7. Pingback:Palermo: Palazzo Abatellis – – Corvinus –

  8. Pingback:Palermo: Palazzo dei Normanni – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.