Ik maak er nooit een geheim van dat ik Giotto di Bondone (ca. 1266-1337) als een van de grootste schilders aller tijden beschouw. Giotto brak met het formalisme en de rigiditeit van de Byzantijnse stijl en begon mensen weer als mensen af te beelden, met natuurlijke vormen, fijne details en schitterende kleuren. Het is niet geheel zeker in welk jaar hij geboren werd en over de rest van zijn leven is weinig bekend. Wat echter wel zeker is, is dat hij op 8 januari van het jaar 1337 stierf in Florence. Hij was op dat moment de hoofdarchitect van de nieuwe kathedraal van de stad en werkte aan de klokkentoren die naar hem vernoemd is. Giotto’s beroemdste en meest invloedrijke werk is waarschijnlijk de Cappella degli Scrovegni in Padova, maar hij werkte tevens in steden als Rome, Napels en Assisi.
Hoewel hij uiterst origineel was, valt niet te ontkennen dat Giotto ook van andere kunstenaars leerde. We mogen ervan uitgaan dat hij een leerling was van Cimabue (ca. 1240-1302), hoewel de meeste anekdotes over zijn tijd in het atelier van deze meester mogelijk later zijn verzonnen. Daarnaast werd Giotto waarschijnlijk beïnvloed door kunstenaars als Duccio di Buoninsegna (ca. 1255-1318/19) uit Siena, en door Nicola en Giovanni Pisano uit Pisa, vader (ca. 1220-1284) en zoon (1250-1315) en beiden beeldhouwers. Een andere mogelijke bron van inspiratie was de grote Romeinse schilder en mozaïekmaker Pietro Cavallini (ca. 1259-1330), een vertegenwoordiger van de stijl die ‘Romeins naturalisme’ wordt genoemd. Kort samengevat werkte Giotto dus nooit in een isolement. Gedurende zijn lange en vruchtbare carrière bleef hij zijn stijl ontwikkelen en vernieuwen.
Ognissanti Madonna
Giotto is goed vertegenwoordigd in de Galleria degli Uffizi, het beroemdste kunstmuseum in Florence. Het is interessant om zijn grote paneelschildering van de Tronende Madonna, die sinds 1919 in de Uffizi staat, te vergelijken met twee werken die hetzelfde onderwerp behandelen. Het eerste werk is van zijn leermeester Cimabue, het tweede van zijn leerling Taddeo Gaddi (ca. 1300-1366). Beide werken bevinden zich eveneens in de Uffizi.[1] Giotto’s paneelschildering staat ook bekend onder de naam Ognissanti Madonna of Maestà di Ognissanti, want ze werd gemaakt voor de Ognissanti-kerk in Florence. Gedurende zo’n 500 jaar stond de Tronende Madonna op of in elk geval dicht bij het hoogaltaar van de kerk (het is mogelijk dat het werk onderdeel van het doksaal was). Er lijkt consensus over te bestaan dat het paneel werd geschilderd rond het jaar 1310, na Giotto’s terugkeer uit Padova, waar hij had gewerkt in de kerk van Il Santo (mogelijk 1302-1303), de eerdergenoemde Cappella degli Scrovegni (1303-1305) en mogelijk ook het Palazzo della Ragione (ná 1309, maar wellicht pas in 1312 of 1315-1317), al met al drie onderling zeer verschillende opdrachten. De Ognissanti Madonna werd geschilderd met ei-tempera op een groot panel dat 325 meter hoog en 204 centimeter breed is.
De Madonna is de centrale figuur op de schildering. Ze zit in het midden op een Gotische troon en is gekleed in een combinatie van hagelwit en donkerblauw. Het Christuskind zit op haar schoot, gekleed in een roze gewaad. Het geeft met zijn rechterhand zijn zegen. De troon is gedecoreerd met ingewikkelde geometrische patronen en wordt omringd door engelen en heiligen. Deze zijn allen veel kleiner afgebeeld dan de Maagd, die vanuit religieus oogpunt duidelijk veel belangrijker is. De engelen staan klaar om de Maagd geschenken aan te bieden. Twee engelen gekleed in groene gewaden – let op de vouwen in hun mantels! – houden een kroon en een gouden kistje vast. De twee knielende engelen hebben op hun beurt vazen in hun handen geklemd met daarin lelies en rozen, bloemen die nauw verbonden zijn met de Maagd. Het is niet gemakkelijk om de heiligen aan weerszijden van de troon te identificeren. Het is echter duidelijk dat de kalende, bebaarde man die door het grote gat in de linkerzijde van de troon heen kijkt, Paulus is. Naast hem staat een jongeman, van wie wordt aangenomen dat hij Johannes de Evangelist voorstelt. Aan de andere kant van de troon zijn Sint Bernardus van Clairvaux en Sint Benedictus van Nursia afgebeeld. Beide heiligen waren erg belangrijk voor de Humiliati, de enigszins obscure religieuze orde die de Ognissanti-kerk beheerde en de paneelschildering bij Giotto bestelde.
Cimabue: de Santa Trinita Maestà
Laten we nu Giotto’s Madonna eens vergelijken met de zogenaamde Santa Trinita Maestà, die door Giotto’s leermeester Cimabue werd geschilderd voor het hoogaltaar van de kerk van Santa Trinita in Florence. Het laatstgenoemde werk werd vóór 1300 geschilderd, wellicht tussen 1290 en 1300. Het is dus zo’n tien tot twintig jaar ouder dan het eerstgenoemde werk. Hoewel Cimabue zeker een vernieuwende schilder was, is zijn paneelschildering qua stijl veel meer middeleeuws en Byzantijns. Het perspectief van de grote troon is erg goed en dat geldt ook voor de vouwen in het gewaad van de Maagd, maar de compositie als geheel doet veel generieker en stijver aan dan Giotto’s werk. De door Giotto geschilderde figuren zijn beslist veel realistischer en eleganter, en zijn kleuren veel levendiger en opvallender. De verklaring voor het verschil ligt in de verschillende stijlen waarin beide kunstenaars werkten. Met de staat waarin de schilderijen verkeren heeft het niets te maken. Sterker nog, beide schilderingen werden rond dezelfde tijd gerestaureerd, Giotto’s Madonna in 1991 en die van Cimabue in 1993.
De ruimte onder de troon is misschien wel het interessantste gedeelte van de Santa Trinita Maestà. Hier oefende Cimabue met schilderen in perspectief. Hij schilderde er de bustes van vier figuren uit het Oude Testament die zijn geïdentificeerd als respectievelijk Jeremia, Abraham, David en Jesaja. Jeremia en Jesaja waren profeten die, volgens de christelijke leer althans, de geboorte van Christus zouden hebben voorspeld. Zie bijvoorbeeld Jesaja 7:14, “de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren” (NBV). Volgens Mattheus 1:1 stamde Christus van zowel Abraham als Koning David af, “Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham”.
Hoewel de paneelschildering van Cimabue erg goed en zeer interessant is, is het voor mij zonneklaar dat we moeten concluderen dat Giotto zijn leermeester heeft overtroffen. Het was de dichter Dante Alighieri (ca. 1265-1321) die, reeds tijdens het leven van Giotto, beweerde dat de roem van de meester al snel was overschaduwd door die van de leerling:
“Cimabue meende dat hij in de schilderkunst heer en meester was,
En nu is het Giotto die naam maakt
En de roem van zijn voorganger weer verduistert.”[2]
Taddeo Gaddi
En hoe zit het vervolgens met de leerling van de leerling? Was Taddeo Gaddi, die werd beschouwd als een van Giotto’s meest begenadigde leerlingen, in staat de schilderkunsten van zijn leermeester te overtreffen? De beste manier om deze vraag te beantwoorden is door Giotto’s Ognissanti Madonna te vergelijken met een Madonna met Kind en engelen die in 1355 werd gemaakt door Gaddi. Het werk bevindt zich sinds 1914 in de Uffizi. We mogen Gaddi’s schildering beschouwen als een versimpelde versie van Giotto’s werk. De heiligen ontbreken, en de iets kleinere troon wordt alleen door engelen omringd, zes in totaal. We zien wederom de geschenken voor de Maagd, de kroon (nu aan de rechterkant in plaats van links), het kistje (nu aan de linkerkant in plaats van rechts) en twee vazen met lelies en rozen. Gaddi moet het werk van zijn leermeester nauwkeurig bestudeerd hebben. Een in het oog springend verschil is het kleine vogeltje dat Christus in zijn rechterhand vasthoudt. Het is waarschijnlijk een goudvink, een symbool van de Wederopstanding van Christus op de derde dag. Het vogeltje lijkt te willen ontsnappen aan de greep van Christus. Een ander interessant detail is de Ster van Bethlehem op het gewaad van de Maagd.
Gaddi’s paneelschildering is aanzienlijk kleiner dan de werken van zowel Cimabue als Giotto. Zijn Madonna met Kind meet slechts 154 bij 80 centimeter. Het bevond zich oorspronkelijk in de Segni-kapel in de kerk van San Lucchese in Poggibonsi, zo’n dertig kilometer ten zuiden van Florence. De Latijnse tekst op de onderkant van de troon – “TADDEVS GADDI D[E] FLORE[N]TIA ME PI[N]XIT” – bevestigt dat Taddeo Gaddi het werk schilderde. Onder deze tekst staat het jaar 1355 in Romeinse cijfers (MCCCLV), net als de naam van de man die het schilderij heeft besteld, ene Giovanni di Ser Segna. Dit gedeelte van de tekst is overigens in het Italiaans.
Gaddi’s Madonna met Kind valt op vanwege de levendige kleuren, vooral het heldere blauw en rood. Het gaat om een mooie en goed uitgevoerde schildering van een kunstenaar die zijn vak beheerste. Ik ben een liefhebber van het werk van Taddeo Gaddi en heb er in eerder bijdragen al eens bij stilgestaan, bijvoorbeeld bij zijn belangrijke fresco’s in de kerken van Santa Croce en San Miniato al Monte, beide in Florence. Niettemin geef ik nog steeds de voorkeur aan Giotto’s Ognissanti Madonna. In dit geval is de leerling er wat mij betreft niet in geslaagd een beter werk af te leveren dan de meester.
Noten
[1] Tot de collectie van de Uffizi behoort ook Duccio’s Rucellai Madonna, een werk dat eeuwenlang ten onrechte aan Cimabue werd toegeschreven.
[2] Vertaling: Frans van Dooren.
Bijgewerkt 6 mei 2023.
Pingback:Florence: Ognissanti – – Corvinus –
Pingback:Florence: Santa Trinita – – Corvinus –
Pingback:Florence: Giotto at the Uffizi – – Corvinus –